Dit voorstel van rijkswet stelt een algemene onafhankelijke Onderzoeksraad voor veiligheid (Ovv) in. Deze raad krijgt de taak rampen, ongevallen en incidenten met een ongelukkige afloop en voorvallen die een dergelijke afloop hadden kunnnen hebben, en de gevolgen van zulke voorvallen te onderzoeken.
De Ovv moet de oorzaken of vermoedelijke oorzaken van die voorvallen en de omvang van hun gevolgen vaststellen en daaraan aanbevelingen verbinden. Als de raad daartoe aanleiding ziet moeten deze aanbevelingen leiden tot maatregelen die de veiligheid in de toekomst vergroten.
De wijzigingen in de overige wetgeving worden geregeld in wetsvoorstel 28.635.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 juni 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste kamer heeft het voorstel op 30 november 2004 zonder stemming aangenomen.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met wetsvoorstel 28.635.
ingediend
16 oktober 2002titel
Instelling van een Onderzoeksraad voor veiligheid (Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze rijkswet op een later tijdstip in werking treedt ten aanzien van het onderzoek naar ongevallen en incidenten met een zeeschip dat niet in gebruik is bij Onze Minister van Defensie of een buitenlandse krijgsmacht
Op advies van de Raad van State van het Koninkrijk, naar aanleiding van de motie-Van der Staaij c.s.(TK 28.634 (R1727), nr. 25), wordt de bijzondere ministeriële verantwoordelijkheid uit het voorstel geschrapt.
5
-
-
2 juni 2004
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2003/2004, nr. 79, blz: 5092-5093 -
27 mei 2004
behandeling Handelingen TK 2003/2004, nr. 78, blz: 5036-5043 -
26 juni 2003
voortzetting behandeling Handelingen TK 2002/2003, nr. 83: blz. 4826-4827 -
26 juni 2003
behandeling Handelingen TK 2002/2003, nr. 83: blz. 4765-4779