Dit voorstel wijzigt de Wet grensoverschrijdende betaaldiensten en de Wet op de economische delicten en beoogt de uitvoering van de verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (PbEG L 344).
Naar aanleiding van de invoering van de euro hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gesteld dat de tarieven voor grensoverschrijdende betalingen binnen de Europese Unie gelijk moeten zijn aan de tarieven van soortgelijke binnenlandse betalingsverrichtingen in euro's, zodat de Europese consument een actieve deelnemer aan de interne markt wordt en hij kan profiteren van een grotere prijsdoorzichtigheid en keuze.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 4 september 2003 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 oktober 2003 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 433 van 6 november 2003.
ingediend
29 oktober 2002titel
Wijziging van de Wet grensoverschrijdende betaaldiensten in verband met de uitvoering van de verordening betreffende grensoverschrijdende betalingen in euroschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
4 september 2003
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2002/2003, nr. 89, blz: 5147