Dit wetsvoorstel past de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten aan in verband met ontwikkelingen in het Europees recht. De ontwikkelingen hebben betrekking op het vrij verkeer van werknemers en de daaraan gerelateerde studiefinanciering.
Kinderen van in Nederland werkende EU-werknemers kunnen volgens het EU-recht aanspraak maken op studiefinanciering of een tegemoetkoming, ongeacht de woonplaats. Onder dit EU-recht vallen de EU-staten, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland, Turkije, Zwitserland en staten in Midden- en Oost-Europa waarmee door de EU en haar lidstaten overeenkomsten zijn gesloten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 25 september 2003 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 oktober 2003 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 469 van 20 november 2003.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 470 van 20 november 2003.
ingediend
2 mei 2003titel
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met aanpassing aan het Europese Rechtschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
1
-
25 september 2003
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2003/2004, nr. 6, blz: 226