Dit wetsvoorstel strekt ertoe de openbaarheid van de aanbeveling van de gemeenteraad en van provinciale staten terzake van de benoeming van de burgemeester respectievelijk de commissaris van de Koningin te beperken tot de naam van de als eerste aanbevolen kandidaat.
Doel is een einde te maken aan de in de praktijk gebleken ongewenste neveneffecten van de geldende regeling die een gevolg zijn van het feit dat ook de naam van de als tweede op de aanbeveling geplaatste kandidaat openbaar moet worden gemaakt.
Dit voorstel vervangt de wetsvoorstellen Schrappen openbaarheid aanbeveling voor burgemeester en commissaris van de Koning en het burgemeestersreferendum (28.841) en Enkelvoudige benoeming van de burgemeester of commissaris van de Koning (28.177); deze voorstellen zijn ingetrokken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 16 december 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 juni 2004 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en PvdA is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 371 van 27 juni 2004.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 372 van 27 juni 2004.
ingediend
27 augustus 2003titel
Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de aanpassing van de procedure tot benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester in verband met het tijdelijk verruimen van de periode gedurende welke ontheffing van de woonplaatsvereiste van de burgemeester mogelijk isschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.-
15 juni 2004
voortzetting behandeling en stemming (aangenomen, aantekening: GL en PvdA) Handelingen EK 2003/2004, nr. 33, blz: 1792-1801 -