Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebelasting (PBEG L157). Hiermee wordt effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden mogelijk.
Met dit voorstel wordt voorkomen dat personen zich in de lidstaat waar zij wonen, kunnen onttrekken aan elke vorm van belastingheffing op rente die zij vanuit een andere lidstaat ontvangen. Financiële instellingen in de EU-lidstaten worden verplicht tot het registreren en renseigneren van gegevens aan de Belastingdienst.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 november 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 december 2003 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 531 van 29 december 2003.
De inwerkingtreding van de artikelen II en III is opgenomen in Staatsblad 331 van 30 juni 2005.
ingediend
16 september 2003titel
Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet inkomstenbelasting 2001 (implementatie spaarrenterichtlijn)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Met uitzondering van de artikelen II tot en met IV op 1 januari 2004.
-
2.De artikelen II en III treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip doch niet eerder dan 1 januari 2005 en vinden voor het eerst toepassing op rentebetalingen op of na dit tijdstip.
-
3.Artikel IV, onderdeel A, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip doch niet eerder dan 1 januari 2011.
-
4.Artikel IV, onderdeel B, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.