Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering van acht internationale en Europese regelingen ter bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel, uitbuiting van kinderen en kinderpornografie. Hierdoor worden het toepassingsgebied van de strafbaarstelling van mensensmokkel (hulp bij illegale binnenkomst en verblijf in een land) en mensenhandel (het dwingen van mensen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten) uitgebreid tot alle landen van de Europese Unie en de landen die zijn toegetreden tot het VN-Protocol mensensmokkel.
Met dit voorstel worden meer vormen van uitbuiting strafbaar. Het kan gaan om uitbuiting in de horeca, huishoudelijk werk en prostitutie maar ook over mensenhandel gericht op het verwijderen van organen van mensen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 29 juni 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft op 7 december 2004 het voorstel zonder stemming aangenomen. Tijdens de plenaire behandeling op 7 december 2004 is de Motie-Middel (PvdA) c.s. inzake verblijfstitels voor slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel bij aangifte en getuigenis in een eventueel strafproces (EK 29.291, E) ingediend. Deze motie is op 24 mei 2005 ingetrokken.
ingediend
12 november 2003titel
Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandelschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
3