Dit wetsvoorstel voorziet in de aanscherping van de prestatienorm voor de studiefinanciering met ingang van studiejaar 2004-2005. Studenten krijgen hun prestatiebeurs in eerste instantie uitgekeerd als een lening. Pas wanneer een bepaalde prestatie is behaald, wordt de lening omgezet in een gift.
In de huidige situatie zijn er drie omzettingsmomenten. Dit wetsvoorstel schaft twee van die drie momenten - de eerstejaarsomzetting en de 1 februari-regel - af. Afschaffing van de eerstejaarsomzetting is een extra stimulans om een diploma te halen, want voor studenten die niet binnen 10 jaar een diploma halen, blijft de eerste jaars-prestatiebeurs een lening. Afschaffing van de 1 februari-regel betekent voor de student een extra stimulans om de opleiding te vervolgen of snel een keuze te maken voor een andere, meer passende opleiding in het hoger onderwijs.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 juni 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. D66, VVD, CDA, LPF, ChristenUnie en SGP stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 juni 2004 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 343 van 20 juli 2004.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 398 van 19 augustus 2004.
ingediend
30 januari 2004titel
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met wijziging omzetmoment eerste 12 maanden prestatiebeurs en gedeeltelijke afschaffing 1 februari-regelschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat artikel I, onderdeel G, terugwerkt tot en met 13 februari 2004 en dat artikel IV terug kan werken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
De drie omzettingsmomenten in de huidige situatie zijn:
-
-de 1 februari-regel: studenten die - in het eerste jaar dat zij een prestatiebeurs ontvangen - voor 1 februari stoppen met hun studie (omzetting van de tot dan toe verkregen prestatiebeurs in een gift, dus max. 5 maanden basisbeurs en de OV-studentenkaart);
-
-de eerstejaarsomzetting: studenten die in het eerste jaar dat zij prestatiebeurs ontvangen 30 studiepunten halen (of 20 bij inschrijving na 31 januari) (omzetting eerste 12 maanden basisbeurs en OV-studentenkaart in een gift);
-
-behalen van afsluitend diploma (bachelor in HBO, bachelor of master in WO) (omzetting gehele prestatiebeurs in een gift).
1
-
28 juni 2004
stemming (aangenomen, aantekening: SP) Handelingen EK 2003/2004, nr. 35, blz: 1893-1894