Dit wetsvoorstel strekt tot een aanpak van ongewenste BTW-constructies met (on)roerende zaken door vrijgestelde ondernemers en niet-belastingplichtige publiekrechtelijke lichamen. Deze aanpak bestaat uit een samenhangend pakket van maatregelen met de bedoeling een drempel op te werpen tegen BTW-constructies.
De maatregelen grijpen in op de 'constructiescharnierpunten', dat wil zeggen op die elementen van de constructie die met name het oneigenlijke BTW-voordeel bewerkstelligen. De maatregelen hebben betrekking op die situaties waarbij (a) sprake is van een kunstmatig lage prijs, (b) betrokkenen niet handelen als zelfstandig opererende partijen, (c) de transacties worden verricht door of ten behoeve van niet-belastingplichtige rechtspersonen of (nagenoeg) uitsluitend vrijgestelde ondernemers, en (d) sprake is van zogenoemde investeringsbedrijfsmiddelen.
Daarnaast voorziet dit wetsvoorstel in een aantal wijzigingen op andere gebieden in de Wet op de omzetbelasting 1968. Deze maatregelen betreffen aanpassingen die met name noodzakelijk zijn als gevolg van fiscale jurisprudentie of gewijzigde niet-fiscale regelgeving.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De staatssecretaris van Financiën heeft dit wetsvoorstel bij brief van 16 oktober 2018 (TK, 12) ingetrokken.
De toenmalige staatssecretaris van Financiën had bij brief van 10 mei 2017 (TK 34.550 IX, 24) de Tweede Kamer gemeld dat hij dit wetsvoorstel niet meer nodig achtte.
De minister-president, minister van Algemene Zaken, had bij brief van 1 november 2017 (EK 34.700, A) gemeld dat dit wetsvoorstel volgens de reguliere procedures zou worden ingetrokken.
ingediend
1 april 2005titel
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
Overige wijzigingen in de Wet op de omzetbelasting 1968:
-
-BTW-vrijstelling voor (para)medische diensten in de Zesde BTW-richtlijn (Zesde richtlijn);
-
-continueren van toepassing van het verlaagde BTW-tarief voor het opfokken van dieren en voor het opkweken van gewassen;
-
-de nu geldende tijdelijke voorzieningen inzake de BTW-vrijstelling voor thuiszorg en kinderopvang vervangen door een definitieve wettelijke regeling;
-
-betere aansluiting bij de Gemeenschapswetgeving;
-
-continueren van toepassing van het verlaagde BTW-tarief op het transport van tuinbouwgas;
-
-goedkeuring (achteraf bij wet) van de wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (BUA) inzake de BTW-regeling voor de fiets in het woon-werkverkeer.
3
-
-
1 november 2017
brief regering; Overzicht van wetsvoorstellen die zullen worden ingetrokken volgens de reguliere procedures TK 34.700, 50 -
10 mei 2017
brief regering; Stand van zaken geruime tijd aanhangige wetsvoorstellen TK 34.550 IX, 24