Dit wetsvoorstel stroomlijnt de procedure in hoger beroep in strafzaken zoals aangekondigd in de notitie 'Algemeen kader herziening Wetboek van Strafvordering' (TK 29.271, nr. 1)
Het wetsvoorstel komt voort uit de wens de middelen voor de strafrechtspleging doelmatig in te zetten en dubbeling van werkzaamheden zoveel mogelijk te voorkomen. De kern van het voorstel is het hoger beroep in strafzaken van enig gewicht vorm te geven als een 'voortbouwend appèl'.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 april 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 oktober 2006 zonder stemming aangenomen.
ingediend
8 oktober 2005titel
Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastlegging (stroomlijnen hoger beroep)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
-instellen van rechtsmiddelen
-
-terugwijzing naar de eerste aanleg
-
-wegnemen van enkele beperkingen in de straftoemeting in hoger beroep
-
-nuanceren van de betekeningsverplichting van wijzigingen van de telastlegging in verstekzaken
-
-verhoging van de appèlgrens inzake overtredingen, waardoor een besparing mogelijk wordt op het beslag van rechterlijke capaciteit in zaken van relatief gering belang
2
-
3 oktober 2006
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2006/2007, nr. 2, blz: 67-72 -