Dit wetsvoorstel regelt dat binnen de zorgsector gebruik kan worden gemaakt van het burgerservicenummer (BSN). Het gebruik van het BSN in de zorg is nodig om eenduidig vast te kunnen stellen welke gegevens bij welke cliënt horen.
Met de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (30.312) wordt het burgerservicenummer geïntroduceerd binnen de overheidssector, een nummer dat wordt toegekend aan de ingezetenen. Voor het gebruik van het nummer in andere sectoren zoals onderwijs en zorg zijn aanvullende, afzonderlijke wetten nodig.
Als het wetsvoorstel Elektronisch patiëntendossier (31.466), zoals het is ingediend bij de Tweede Kamer, door de Staten-Generaal wordt aanvaard, zal de titel van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg voortaan luiden: Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 10 oktober 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 april 2008 zonder stemming aangenomen.
ingediend
22 november 2005titel
Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan alsmede voor verschillende vormen van zorg en categorieën van zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars, verschillend kan worden vastgesteld
-
8 april 2008
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2007/2008, nr. 26, blz: 1056-1082