Dit voorstel verlengt de werkingsduur van de Tijdelijke instellingwet Raad voor strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (26.871) met 6 maanden. Hiermee wordt voorkomen dat de wet komt te vervallen voordat de definitieve taken vastgesteld konden worden.
Met wetsvoorstel Verlenging tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (29.710) was de werkingduur al met 1 jaar verlengd tot 1 april 2005. Om de Eerste Kamer voldoende tijd te geven de Wijziging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (30.161) naar behoren te behandelen is de werkingsduur met een periode van 6 maanden verlengd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 maart 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 maart 2006 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 februari 2006titel
Verlenging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechttoepassing en jeugdbescherming IIschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van 1 april 2006
6
-
-
-
-
-
9 maart 2006
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 56, blz. 3627 -