Dit wetsvoorstel betreft twee los van elkaar staande wijzigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).
De eerste wijziging van de Wet Bopz zorgt ervoor dat een voorwaardelijke machtiging ook kan worden afgegeven voor een bepaalde groep patiënten. Het gaat dan in het bijzonder om patiënten van wie aangenomen wordt dat zij, nadat een machtiging is verleend, de voorwaarden in de praktijk zullen naleven, maar die de bereidheid daartoe niet kunnen of willen uitspreken. De tweede wijziging voorziet in een verruiming van de mogelijkheden voor dwangbehandeling binnen een psychiatrisch ziekenhuis. De verruiming heeft betrekking op patiënten opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, niet zijnde een verpleeginrichting of een zwakzinnigeninrichting. Met dit voorstel wordt ook tegemoetgekomen aan de bedoeling van de motie Hamel c.s. (EK 28.999, E) om de klachtregeling aan te passen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 februari 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van GroenLinks stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 februari 2008 zonder stemming aangenomen. De fractie van GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
ingediend
17 maart 2006titel
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
6
-
-
-
-
15 februari 2007
stemming (aangenomen, tegen: GroenLinks) Handelingen TK 2006/2007, nr. 44, blz: 2618-2619 -
13 februari 2007
voortzetting behandeling Handelingen TK 2006/2007, nr. 42, blz: 2452-2460 -
30 januari 2007
behandeling Handelingen TK 2006/2007, nr. 36, blz: 2276-2315