Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968 en strekt ertoe de levering van ren-, rij-, spring-, dressuur- en manegepaarden, alsmede van rundvee, geiten, schapen en varkens voor hobbydoeleinden aan het algemene tarief te onderwerpen. Voor deze categorie dieren is momenteel altijd toepassing van het verlaagde tarief voorzien, ongeacht de bestemming van de dieren.
Nederland is door de Europese Commissie voor het Hof gedaagd omdat in de Wet op de omzetbelasting 1968 de levering van rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden, ongeacht hun bestemming, onder het verlaagde btw-tarief worden gebracht.
Het Hof heeft beslist dat het een lidstaat niet is toegestaan om het verlaagde btw-tarief toe te passen op alle leveringen van levende paarden ongeacht de bestemming ervan en dat Nederland door de toepassing van het verlaagde btw-tarief op alle leveringen van paarden, de verplichtingen van de BTW-Richtlijn niet is nagekomen.
De Commissie heeft aangegeven dat de betrokken lidstaten tot 1 januari 2012, onder dreiging van een boeteprocedure, de tijd krijgen om hun wetgeving aan te passen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 30.922, A) is op 8 november 2011 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 november 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
28 december 2006titel
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (aanpassing tarief levende dieren)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
4