Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op de bedrijfsorganisatie. Aanleiding voor de wijziging is een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) waarbij dit college enkele heffingsverordeningen onverbindend verklaarde omdat zij niet op de voorgeschreven wijze zouden zijn goedgekeurd.
Met dit worden de artikelen uit de wet die over de goedkeuring van verordeningen gaan (de artikelen 110, 104 en 126) aangepast. Dit heeft als doel dat de bestaande goedkeuringspraktijk, waarbij de meest bij de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties betrokken ministers op basis van tussen hen gemaakte werkafspraken de werkzaamheden met betrekking tot goedkeuring van verordeningen onderling hebben verdeeld, kan worden voortgezet. Tevens worden met de voorgestelde wetswijziging de potentiële negatieve gevolgen van de uitspraak voor in het verleden goedgekeurde verordeningen opgeheven.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 18 oktober 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, ChristenUnie, SGP, CDA en lid Verdonk stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 november als hamerstuk afgedaan. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.
ingediend
14 mei 2007titel
Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie met betrekking tot de ministeriële goedkeuring van besluiten van bedrijfslichamenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
1.Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2.Artikel I, onderdeel F, werkt terug tot en met 1 juli 1999