Dit voorstel van rijkswet regelt de goedkeuring van het Verdrag van de Raad van Europa (RvE) ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2006, 34). Het doel van dit verdrag is het bevorderen van de inspanningen van lidstaten van de RvE ter voorkoming van (de negatieve gevolgen van) terrorisme op de mensenrechten.
Dit Verdrag wil terrorisme bestrijden door het strafbaar stellen van gedrag dat kan leiden tot het begaan van terroristische misdrijven, zoals het publiekelijk uitlokken van het plegen van een terroristisch misdrijf en het werven en trainen voor terrorisme, en door het versterken van de samenwerking op het gebied van preventie, door het definiëren van een nationaal preventiebeleid en internationaal door middel van het treffen van een maatregelen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 31.422 (R1853), nr. 2) is op 13 november 2008 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 9 en 16 februari 2010. Het voorstel is op 2 maart 2010 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen, Tijdens de plenaire behandeling op 9 februari 2010 is de motie-De Vries (PvdA) c.s. over uitbreiding van strafbedreiging die een ongewenste extra drempel kan opwerpen voor het uitoefenen van een aantal grondrechten (EK 31.386, G) ingediend. Deze motie is op 2 maart 2010 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, OSF, PvdD, D66, SP en GroenLinks stemden voor.
Het wetsvoorstel werd gezamenlijk behandeld met het wetsvoorstel Strafbaarstelling deelname en meewerken aan training voor terrorisme (31.386).
ingediend
11 april 2008titel
Goedkeuring van het op 16 mei 2005 te Warschau totstandgekomen Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2006, 34)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-De mensenrechten hebben niet alleen betrekking op de rechten van degene die verdachte zijn van een terroristisch misdrijf, maar ook op de rechten van (mogelijke) slachtoffers van dergelijke misdrijven.
-
-Het Verdrag definieert in aanvulling op bestaande verdragen tegen terrorisme geen nieuwe terroristische misdrijven, maar verwijst in dit verband naar tien in de bijlage opgesomde verdragen inzake de bestrijding van terrorisme.
-
-Het Verdrag verplicht tot strafbaarstelling van gedrag dat kan leiden tot terroristische misdrijven. De drie strafbare feiten zijn:
-
-het publiekelijk uitlokken van het plegen van een terroristisch misdrijf,
-
-werving voor terrorisme,
-
-en training voor terrorisme.
-
18