Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet werk en bijstand waardoor gemeenten meer mogelijkheden krijgen om huishoudens met kinderen, die langdurig van een minimum inkomen leven, financieel te steunen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de Tweede kamer om extra geld uit te trekken voor armoedebestrijding.
Met dit voorstel mogen gemeenten zelf gaan bepalen wie in aanmerking komen voor deze langdurigheidstoeslag. Niet alleen mensen in de bijstand, maar ook huishoudens die van een klein inkomen moeten rondkomen kunnen financieel ondersteund worden. Daarnaast kunnen gemeenten ouders bijzondere bijstand geven ter bevordering van de maatschappelijke participatie van de kinderen. Deze bijstand kan bijvoorbeeld bestaan uit een abonnement van een sportvereniging.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 7 oktober 2008 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 december 2008 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.
Dit wetsvoorstel werd plenair gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen 31.519, 31.548, 31.567, 31.577 en 31.559.
ingediend
29 april 2008titel
Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
3
-
23 december 2008
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen EK 2008/2009, nr. 17, blz: 909 -
-