Dit voorstel van rijkswet verhoogt in de Wet militair tuchtrecht de boetebedragen voor ongewenst gedrag. Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld. Met dit voorstel krijgen commandanten de mogelijkheid om door onmiddellijk ingrijpen de krijgstucht te handhaven. Daarnaast wordt het mogelijk om een uitgangsverbod bij meer vormen van ongewenst gedrag op te leggen.
Met dit voorstel wordt een bijdrage geleverd aan een beschermde en prettige werkomgeving. Dit voorstel is een gevolg van het rapport van de commissie-Staal naar ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht (TK 30.800 X nr. 6 met bijlage).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 31.504, nr. 2) is op 17 maart 2009 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 april 2009 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 207 van 19 mei 2009.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 244 van 16 juni 2009.
ingediend
11 juni 2008titel
Wijziging van de Wet militair tuchtrecht in verband met het tegengaan van ongewenst gedrag binnen de krijgsmachtschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
17 maart 2009
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2008/2009, nr. 64, blz: 5102 -
12 maart 2009
behandeling Handelingen TK 2008/2009, nr. 63, blz: 5046-5051