Dit wetsvoorstel voegt aan de Wegenverkeerswet 1994 het alcoholslotprogramma toe en in verband hiermee wordt ook de vorderingsprocedure aangepast. Het alcoholslot wordt ingebouwd in de personenauto bij zware alcoholovertreders (boven 1,3 promille). Beginnende bestuurders krijgen het alcoholslot vanaf 1,0 promille en recidivisten kunnen het al vanaf 0,8 promille opgelegd krijgen. Het wordt voor een periode van twee jaar opgelegd. Een alcoholslot is een in een auto ingebouwd apparaat met een ademtester, startonderbreker en registratie-eenheid, waardoor een auto alleen kan worden gestart nadat in de ademtester is geblazen en de daarmee gemeten ademalcoholgehalte ligt onder de wettelijke alcohollimiet.
Met dit voorstel wordt ook de reikwijdte van de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer uitgebreid tot de ervaren bestuurders. Met deze maatregelen wil de regering het aantal verkeersslachtoffers als gevolg van het rijden onder invloed van alcohol terugdringen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 31.896, A) is op 19 januari 2010 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 juni 2010 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
19 maart 2009titel
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogrammaschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Artikel I, onderdelen A, derde tot en met vijfde lid, en Fa tot en met Fh, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
-
2.De overige artikelen treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
5
-
-
-
19 januari 2010
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2009/2010, nr. 43, blz: 4171 -
-
14 januari 2010
behandeling Handelingen TK 2009/2010, nr. 42, blz: 4076-4094