Dit wetsvoorstel wijzigt de Waterschapswet in verband met het houden van waterschapsverkiezingen na het instellen van een waterschap. Wanneer de instelling van een waterschap eerder of later plaatsvindt dan de reguliere waterschapsverkiezingen kan dat tot gevolg hebben dat in korte tijd achter elkaar verkiezingen moeten plaatsvinden. Doel van dit wetsvoorstel is om dat te voorkomen.
Op dit moment biedt de Waterschapswet de mogelijkheid om met het oog op het instellen van een nieuw waterschap, in geval van fusie of herindeling, de zittingsperiode van een zittend bestuur te verkorten of te verlengen met twee jaar. Bij een maximale verkorting of verlenging van de normale zittingsperiode van vier jaar moet het algemeen bestuur dat gevormd wordt na het instellen van het nieuwe waterschap, dus al na twee jaar aftreden. Deze situatie komt de opkomst bij de verkiezingen, de continuïteit van bestuur en de besluitvorming niet ten goede. Daarom voorziet dit wetsvoorstel erin dat een nieuw waterschap de reguliere waterschapsverkiezingen eenmalig over mag slaan. De zittingstermijn van een nieuw bestuur kan daardoor oplopen tot maximaal zes jaren.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.273, nr. 2) is op 15 april 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 mei 2010 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 212 van 15 juni 2010.
ingediend
23 december 2009titel
Aanpassing van de Waterschapswet in verband met het houden van waterschapsverkiezingen na het instellen van een waterschapschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
1
-
15 april 2010
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2009/2010, nr. 77, blz: 6522