Met dit wetsvoorstel wordt de gewenste inrichting van de beslechting van Overlegwet-geschillen door de huurcommissie mogelijk gemaakt.
Sinds begin 2009 kunnen geschillen over de Wet op het overleg huurders verhuurder (Overlegwet) door middel van een verzoekschriftprocedure bij de kantonrechter aanhangig worden gemaakt. De beslechting van Overlegwet-geschillen door de huurcommissie zal hierop een aanvulling vormen. De huurcommissie wordt echter geen verplicht voorportaal voor de kantonrechter. De huurcommissie heeft binnen het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder dezelfde uitspraakmogelijkheden als de kantonrechter, met dien verstande dat de uitspraken van de huurcommissie partijen niet eenzijdig kunnen verbinden. In plaats daarvan worden partijen geacht het geconstateerde te zijn overeengekomen, tenzij een van partijen binnen acht weken nadat aan hen een afschrift van de uitspraak van de huurcommissie is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.586, A) is op 13 oktober 2011 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 oktober 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
27 december 2010titel
Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimteschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip