Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering van het verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233) in Nederlandse regelgeving. Dit verdrag verplicht tot het opstellen van maatregelen die erop gericht zijn om geweld te voorkomen, de slachtoffers te beschermen en de dader te berechten en bestraffen. Hiermee wordt geprobeerd geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld op Europees niveau verder terug te dringen.
De Nederlandse regelgeving wordt op drie punten aangepast. De verjaringsregeling wordt aangevuld met een regeling waardoor minderjarige slachtoffers na het bereiken van de meerderjarigheid de gelegenheid krijgen een procedure in te stellen. Daarnaast wordt de voorbereiding van huwelijksdwang strafbaar en wordt Uitleveringswet aangevuld.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.039, A) is op 9 juni 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. Het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Houwers, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, Van Vliet, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 oktober 2015 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
23 september 2014titel
Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
1