Dit wetsvoorstel implementeert EU-Richtlijn 2014/62/EU over de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij in het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De richtlijn regelt de verhoging van het strafmaximum in het wetboek van Strafrecht van 4 naar 5 jaren. De overige Nederlandse strafwetgeving voldoet aan alle verplichtingen in de richtlijn.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK 34.081, nr. 2) op 28 mei 2015 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2015 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
12 november 2014titel
Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PbEU L 151/1)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Filter op: