Dit voorstel wijzigt de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet en heeft betrekking op de rol van de ondernemingsraden ten aanzien van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Het voorstel verduidelijkt dat de ondernemingsraden instemmingsrecht hebben over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling, ongeacht of de pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, een verzekeraar of een premiepensioeninstelling. Daarmee wordt een lacune in het huidige instemmingsrecht gedicht.
Werkgevers en werknemers zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Het is daarom belangrijk dat beide partijen hierop een bepalende invloed kunnen uitoefenen. Is er sprake van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) waarin het onderwerp pensioen inhoudelijk wordt geregeld, dan is die invloed van beide partijen verzekerd. Is er geen sprake van een cao dan dient de invloed van werknemerszijde gerealiseerd te worden via het instemmingsrecht van de OR. De bestaande regeling voor het instemmingsrecht inzake pensioen is echter onduidelijk. Bovendien is er sprake van een lacune waardoor ondernemingsraden niet in alle gevallen instemmingsrecht hebben.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.378, A) is op 7 juni 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 juni 2016 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 december 2015titel
Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
2