Dit voorstel wijzigt de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van gemeenteraden en provinciale staten om ontheffing te verlenen van het woonplaatsvereiste voor wethouders en gedeputeerden. In plaats van de huidige ontheffingssystematiek die een verplicht tijdelijk karakter kent, wordt voorgesteld een ongeclausuleerde bevoegdheid toe te kennen inzake het verlenen van ontheffing. De verruiming maakt meer maatwerk mogelijk bij beslissingen inzake de ontheffingen en doet zo meer recht aan het beginsel van de lokale en provinciale autonomie.
Met een nota van wijziging (TK, 7) op het onderhavige wetsvoorstel zijn het voorschrift dat een lid van de gemeenteraad voorzitter van een raadscommissie is en het voorschrift dat een lid van provinciale staten voorzitter van een statencommissie is, vervallen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 3 juli 2018 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.
Tegen: Fvd, 50PLUS en PVV.
De fractie van de SP is aantekening verleend dat zij geacht wenst te worden tegen artikel I, onderdeel B, en artikel II, onderdeel B, te hebben gestemd.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 juni 2019 na stemming bij zitten en opstaan verworpen.
Voor: SGP, ChristenUnie, Fractie-Duthler, PvdA, GroenLinks, OSF en D66.
Tegen: VVD, CDA, PvdD, 50PLUS, SP en PVV.
ingediend
12 oktober 2017titel
Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad en provinciale staten om ontheffing te verlenen van het vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerdenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
2