Dit voorstel voorziet in een verbod in twee stappen op het gebruik van kolen voor elektriciteitsopwekking door bestaande kolencentrales. Hierdoor wordt in belangrijke mate bijgedragen aan de CO2-reductie. De afgesproken doelstelling in het regeerakkoord is een beperking van de uitstoot van 49% in 2030 ten opzichte van 1990.
Het verbod op het gebruik van kolen voor elektriciteitsopwekking gaat zo snel mogelijk in. Voor de overgangsperioden voor de productie-installaties wordt gedifferentieerd naar het elektrisch rendement. In de centrales van de oude generatie mogen vanaf 1 januari 2025 geen kolen meer worden gebruikt voor elektriciteitsopwekking. Voor de nieuwe generatie geldt dit vanaf 1 januari 2030.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) op 4 juli 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, CDA en ChristenUnie.
Tegen: FVD, PVV en SGP.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 december 2019 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: CDA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, PvdA, ChristenUnie, OSF, VVD en 50PLUS.
Tegen: PVV, SGP, FVD en Fractie-Otten.
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 3 december 2019 zijn er een viertal moties ingediend. De stemmingen over deze moties vonden eveneens op 10 december 2019 plaats.
ingediend
18 maart 2019titel
Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Economische Zaken en Klimaat
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
4