Doelstelling van dit wetsvoorstel is om het begin van de nieuwe concessieperiode van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de nieuwe erkenningperiode van de omroeporganisaties met een jaar uit te stellen.
Daartoe worden in het wetsvoorstel de lopende concessie en erkenningen van rechtswege met een jaar verlengd. Dit betekent concreet dat de huidige concessie en erkenningen niet aflopen op 31 december 2020, maar op 31 december 2021. De nieuwe concessie en erkenningen beginnen dan niet op 1 januari 2021, maar op 1 januari 2022.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 17 december 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: PVV en FVD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 januari 2020 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
30 augustus 2019titel
Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met een jaarschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-Verlaging van het minimumaantal leden dat is vereist voor omroepor-ganisaties met een voorlopige erkenning wanneer zij de stap naar een gewone erkenning willen maken. Het minimumaantal gaat van 150.000 naar 50.000. De ledeneis van 150.000 lijkt voor de huidige omroepen met een voorlopige erkenning, HUMAN, PowNed en WNL, een onmogelijke opgave te zijn. Het is van groot belang dat de publieke omroep draagvlak houdt en geworteld blijft in de samenleving. De openheid van het omroepbestel is daarom principieel. Maar reële openheid en vernieuwing veronderstellen dat de ledeneisen voor omroeporganisaties haalbaar zijn.
-
-Maatregelen over aanbodkanalen van de landelijke publieke media-dienst en regionale programmering, onder meer de omvorming van het derde net tot een aanbodkanaal waarvan het profiel overwegend uit media-aanbod met een regionaal karakter bestaat. Deze maatregelen zijn medebepalend voor de inhoud van het concessiebeleidsplan van de NPO en voor de daarop af te stemmen beleidsplannen die de omroeporganisaties voegen bij hun erkenningaanvragen.
1