35.594

Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers



Dit wetsvoorstel wijzigt de salderingsregeling zoals deze in artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag is neergelegd.

Saldering vindt op dit moment plaats bij kleinverbruikers die ‘achter de meter’ zelf elektriciteit opwekken als een gedeelte van de opgewekte elektriciteit niet direct wordt gebruikt maar op het elektriciteitsnet wordt ingevoed. Deze opwekking achter de meter vindt in verreweg de meeste gevallen plaats met behulp van zonnepanelen. De elektriciteit die op het net wordt ingevoed, wordt in mindering gebracht op de elektriciteit die van het net wordt afgenomen. Als een klein­verbruiker meer elektriciteit invoedt dan hij afneemt, dan ontvangt hij van zijn leverancier voor dit overschot een redelijke vergoeding.

Door dit wetsvoorstel wordt de salderingsregeling van 1 januari 2025 tot 1 januari 2031 geleidelijk afgebouwd tot nul. De afbouw betekent dat de invoeding van kleinverbruikers vanaf 1 januari 2025 niet langer tegen hun afname van elektriciteit van een net wordt gesaldeerd. In plaats daarvan mag bij de kleinverbruiker slechts een percentage van de elektriciteit die op een net wordt ingevoed nog worden gesaldeerd met de afname van dat net via dezelfde aansluiting. Dit percentage wordt geleidelijk afgebouwd naar nul, per 1 januari 2031.


Stand van zaken

Het wetsvoorstel (EK, A) is op 7 februari 2023 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: VVD, D66, CDA, FVD, ChristenUnie, SGP, Volt, Lid Gündogan en Fractie Den Haan.

Tegen: PVV, PvdA, SP, GroenLinks, PvdD, DENK, Groep Van Haga, JA21, Lid Omtzigt, BBB en BIJ1.

Het wetsvoorstel is op 13 februari 2024 verworpen door de Eerste Kamer.

Voor: SGP, D66, CDA, Volt, FVD, VVD en ChristenUnie.

Tegen: GroenLinks-PvdA, PVV, SP, PvdD, JA21 en BBB.

Afwezig: OPNL en 50PLUS.

Tijdens het debat is een aantal moties ingediend. De stemmingen bij zitten en opstaan over de moties vonden plaats op 13 februari 2024.

De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei (EZ/KGG) heeft op 5 november 2024 inbreng geleverd voor een nader schriftelijk overleg in reactie op het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van KGG over de studie naar de rol van thuis- en buurtbatterijen in het energiesysteem (EK 35.594, S). Een brief aan de bewindspersoon is in bewerking.


Kerngegevens

ingediend

7 oktober 2020

titel

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Economische Zaken en Klimaat

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • 2. 
    In afwijking van het eerste lid:
  • a. 
    treden artikel I, onderdeel E, subonderdeel 2, voor wat betreft artikel 31c, vijfde en zesde lid, en onderdeel Fa, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst;
  • b. 
    treedt artikel I, onderdeel Ea, in werking met ingang van 1 januari 2027

Documenten

36