35.734

Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud



Dit wetsvoorstel implementeert de EU-richtlijn verkoop goederen (2019/771PDF-document) en de EU-richtlijn levering digitale inhoud (2019/770PDF-document) in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten. De richtlijnen maken deel uit van het geheel van Europese richtlijnen op het terrein van consumentenbescherming. Het doel van de richtlijnen is om bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en de verwezenlijking van een hoog en zo uniform mogelijk niveau van consumentenbescherming door een aantal aspecten in het overeenkomstenrecht voor consumenten te harmoniseren.

De richtlijnen regelen onder andere dat zowel voor digitale inhoud (bijvoorbeeld games, applicaties), digitale diensten (bijvoorbeeld streaming) als voor goederen met een digitaal element (bijvoorbeeld een smart TV) consumenten recht krijgen op (beveiligings-)updates zolang zij die redelijkerwijs mogen verwachten. Naast het recht op updates is de belangrijkste wijziging dat de duur van de omkering van de bewijslast van de handelaar is verlengd van zes maanden naar één jaar.

De richtlijnen moeten uiterlijk op 1 juli 2021 geïmplementeerd zijn.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 1 februari 2022 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, PvdA, PvdD, Fractie Den Haan, D66, ChristenUnie, VVD, SGP, Lid Omtzigt, CDA en PVV.

Tegen: FVD, JA21, BBB, Groep Van Haga.

De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer vond plaats op 12 april 2022. Het voorstel is op 19 april 2022 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: OSF, Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, Fractie-Otten, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD en 50PLUS.

Tegen: PVV, FVD en Fractie-Frentrop.

De gewijzigde motie-Meijer (VVD) c.s. over het handhaven van de termijn van zes maanden voor het bewijsvermoeden voor levende dieren (EK 35.734, F) is na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD en ChristenUnie stemden tegen.


Kerngegevens

ingediend

16 februari 2021

titel

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG, en van Richtlijn (EU) 2019/770 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten (PbEU 2019, L 136) (Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming
  • staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat

inwerkingtreding

Op 1 januari 2022. Wordt het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst later uitgegeven dan 31 december 2021, dan treedt zij in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.


Documenten

3