E090245 - Protocol tot wijziging van artikelen 3, 39 en 43 van Europol-overeenkomst
In dit initiatief van België en Spanje wordt, gehoord de bredere discussie over wenselijke herzieningen van de Europol-overeenkomst, een beperkt aantal herzieningen voorgesteld die de Raad op betrekkelijk korte termijn wil realiseren.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
nationaal
Op 1 april 2005 is het Protocol tot wijziging van de Europolovereenkomst en het Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden, ter stilzwijgende goedkeuring overgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer (zie kamerstukken in de serie 30065).
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Geboden informatie gaf geen aanleiding tot het plaatsen van opmerkingen op 26 november 2002.
Geboden informatie gaf geen aanleiding tot het plaatsen van opmerkingen op 26 november 2002.
Hoewel dit concrete voorstel pas in februari 2002 is ingediend, heeft de Tweede Kamer in het najaar van 2001 wel met de JBZ-bewindslieden gesproken over de inventarisatie van wenselijke wijzigingen in de Europol-overeenkomst.
Er is (nog) geen BNC-fiche beschikbaar. De regering verwijst in het verslag van de informele JBZ-Raad naar een brief van 28 november 2001 (23490, 219) waarin het Nederlands standpunt m.b.t. herzieningen in de Europol-overeenkomst is weergegeven.
PbEG 2002, C42/8, 15 februari 2002 ( = 5455/02)
In dit initiatief van België en Spanje wordt, gehoord de bredere discussie over wenselijke herzieningen van de Europol-overeenkomst, een beperkt aantal herzieningen voorgesteld die de Raad op betrekkelijk korte termijn wil realiseren.
Het betreft dan de introductie van de mogelijkheid Europolfunctionarissen deel uit te laten maken van gemeenschappelijke teams. Zij mogen dan ook aan de acties van die teams deelnemen (zonder overigens te mogen deelnemen aan de toepassing van dwangmaatregelen) en informatie uitwisselen dit alles binnen de voorwaarden die worden vastgelegd in een overeenkomst die de directeur van Europol sluit met de lidstaten die deelnemen aan zo'n gemeenschappelijk team.
De regels waaraan die overeenkomsten moeten voldoen worden door de Raad van Bestuur met eenparigheid van stemmen vastgesteld. De immuniteiten voor de functionarissen die deel uitmaken van die teams worden opgeheven. Zij worden gelijk gesteld aan de functionarissen van de lidstaat waarin wordt opgetreden.
Bovendien is er een regeling voor schadevergoeding (volgens het recht van de betreffende lidstaat waar wordt opgetreden, de lidstaat betaalt in eerste instantie en verhaalt dit op Europol). Bepalingen m.b.t. de bevoegdheden van het Hof van Justitie EG worden op deze wijzigingen aangepast.
Verder wordt artikel 43 herzien met de bedoeling toekomstige wijzigingen van de Europol-overeenkomst eenvoudiger vast te stellen (bij raadsbesluit, geen te ratificeren overeenkomst).
Tijdens de JBZ-Raad van 12/13 juni 2007 staan ontwerpraadsconclusies op de agenda.
Met deze conclusies roept de Raad de lidstaten op Europol te verzoeken, waar mogelijk en dienstig, deel te nemen aan de gezamenlijke onderzoeksteams die zij willen oprichten, voor zover de onderzoeken binnen het mandaat van Europol vallen en beveelt aan dat de lidstaten Europol op de hoogte stellen van lopende of geplande gezamenlijke onderzoeksteams.
Blijkens verslag van de JBZ-Raad is het protocol op 28/29 november 2002 vastgesteld.
Dit protocol zal t.z.t. geratificeerd moeten worden, en wordt dus niet in het kader van de JBZ-agenda ter instemming voorgelegd. Op basis van het voorstel kunnen Europolfunctionarissen deel gaan uitmaken van gemeenschappelijke teams en gaan deelnemen aan acties (bv. huiszoekingen) in de lidstaten.
Daarbij worden gelijktijdig de immuniteiten opgeheven en een regeling getroffen voor burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Verder wordt voorgesteld Europol het recht te geven lidstaten te verzoeken onderzoeken te starten.
De regering stemt in met de tekst zoals weergegeven in raadsdocument 13448/02 en heeft dus geen voorbehoud meer bij de bepalingen m.b.t. deelname functionarissen Europol aan gemeenschappelijke onderzoeksteams.
Blijkens de aanvullende geannoteerde agenda d.d. 18 april 2002 heeft Nederland als enige nog een voorbehoud op het punt van de deelname van Europolfunctionarissen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams.
De Raad heeft op 28 februari 2002 reeds ingestemd met bepaalde onderdelen van het protocol (nl. deelname Europol-functionarissen aan gemeenschappelijke teams en recht Europol om lidstaten te verzoeken onderzoeken in bijzondere gevallen te starten) Onderhandelingen over technische punten worden weer voortgezet op ambtelijk niveau. De Raad wil ook de procedures tot herziening van de Europol-overeenkomst vereenvoudigen doch is het nog niet eens over de te kiezen optie.
De MvJ geeft aan dat Nederland met enkele andere lidstaten voorstander is van optie 2 m.b.t. vereenvoudiging herziening: nl. slechts bepaalde delen te wijzigen bij raadsbesluit, andere onderdelen (bepalingen met rechtstreekse werking) nog steeds via een te ratificeren herzieningsprotocol. De overige lidstaten zijn voorstander van optie 3: de gehele Europol-overeenkomst omzetten in een raadsbesluit