E070120
Laatste revisie: 03-08-2010

E070120 - Voorstel tot herziening/ amendering van Verordening No. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau



Voorstel COM(2007)364PDF-document is een aanpassing van de in 2003 door de Raad aangenomen verordening betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau. Volgens de Commissie is herziening door tijdsverloop nodig door de ervaringen die zijn opgedaan. De wijzigingen worden nodig gevonden voor een beter functioneren van de Europese politieke partijen. Tegelijkertijd reageert de Commissie nadrukkelijk op de evaluatie van de verordening door het Europees parlement, vastgesteld op 23 maart 2006.

De Commissie stelt voor Europese politieke partijen toe te staan om 25% van het jaarlijkse totaalinkomen over te hevelen naar het eerste kwartaal van het daaropvolgende financieel jaar. Een tweede voorstel staat partijen toe financiële reserves op te bouwen door inkomsten te sparen die de partijen zelf voortbrengen. Ten derde stelt de Commissie voor dat politieke stichtingen een voorstel tot financiering mogen indienen via de politieke partijen op Europees niveau waarmee ze politiek zijn verbonden. Ten slotte stelt de Commissie voor dat kredieten uit de EU-begroting ook mogen worden gebruikt voor de financiering van campagnes van politieke partijen op Europees niveau.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

Europees

Verordening (EG) nr. 1524/2007PDF-document werd werd op 17 december 2007 aangenomen tijdens de Landbouw- en VisserijraadPDF-document en wordt per 1 januari 2008 effectief. Deze werd gepubliceerd in Pb EU L343 d.d. 27 december 2007.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2007)364PDF-document, d.d. 26 juni 2007

rechtsgrondslag

EG-Verdrag artikel 279 en artikel 191

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties besloot op 6 november 2007 dat zij het onderhavige voorstel onder de aandacht wil brengen van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/ Huis der Koningin.

Op 27 november 2007 besloot de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat dat om te bezien of nadere behandeling van onderhavig dossier wenselijk wordt geacht, de staf zal worden gevraagd een beknopte notitie op te stellen waarin aandacht wordt besteed aan de stand van zaken (in samenhang met de beïnvloedingsmogelijkheden), de criteria van democratische toetsing en de toepassing van deze criteria.

Na bespreking van de beknopte notitie op 4 december 2007 heeft de commissie besloten een brief op te stellen met vragen aan de bewindspersoon inzake onderhavig dossier.

Op 11 december 2007 is de brief met vragen verstuurd aan de staatssecretaris voor Europese Zaken.

De behandeling van het antwoord van de staatssecretaris vond plaats op 29

januari 2008. Naar aanleiding van het antwoord wenste de commissie nog enkele

aandachtspunten over te brengen welke in een brief werden gevat. De minister stuurde op 25 maart 2008 een antwoord hierop.


Behandeling Tweede Kamer

Op 24 september 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een notitie opgesteld met betrekking tot de behandeling van onderhavig voorstel.

Onderhavig dossier werd geagendeerd tijdens het Algemeen Overleg op 10 oktober 2007, maar kwam daar niet ter sprake.


Standpunt Nederlandse regering

De regering vindt in fiche 3 dat het openbreken van het Financieel Reglement niet in verhouding staat tot het beoogde doel om politieke partijen op Europees niveau meer mogelijkheden te geven inzake financiële zekerheid en planning. Het commissievoorstel voldoet aan het criterium van de subsidiariteit, maar wat Nederland betreft niet aan het criterium van de proportionaliteit. Nederland steunt de eerste twee voorstellen van d commissie daarom niet. Voorts heeft Nederland nog veel vragen ten aanzien van het voorstel om (nationale) 'politieke stichtingen' te financieren uit de EU-begroting, aangezien het voorstel hierover onduidelijk is. Wel is Nederland zeer geïnteresseerd in alternatieven die hetzelfde doel beogen als het voorstel van de Commissie, maar dan zonder derogaties van het Financieel Reglement. Ook is Nederland bereid om te bezien hoe financiering van campagnes in het kader van de verkiezingen van het Europees Parlement uit de EU-begroting mogelijk wordt.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 564[3]
    17 september 2007

Samenvatting voorstel Europese Commissie

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2007)364
    26 juni 2007

Behandeling Raad

Verordening (EG) nr. 1524/2007PDF-document werd werd op 17 december 2007 aangenomen tijdens de Landbouw- en VisserijraadPDF-document en wordt per 1 januari 2008 effectief. Deze werd gepubliceerd in Pb EU L343 d.d. 27 december 2007.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

  • [en]PDF-document verslag van raad Raad Landbouw en Visserij - 16373/07
    17 december 2007

Behandeling Europees Parlement

Het Europees parlement (EP) heeft op grond van het evaluatieartikel uit de verordening op 25 oktober 2007 verslag uitgebracht over de toepassing ervan.

Dit verslag werd op 29 november 2007 plenair behandeld en het Europees Parlement nam een resolutie aan waarin zij het onderhavige voorstel verwelkomt. Het EP neemt wel expliciet de bepaling in de verordening op, dat de Europese politieke partijen in geen geval hun uit de Europese begroting ontvangen middelen mogen inzetten voor de financiering van nationale politieke partijen of stichtingen. Evenmin mogen de middelen van politieke partijen op Europees niveau worden aangewend voor het financieren van campagnes voor referenda.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen