E100080 - Commissiemededeling: Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang
Ruim 80 miljoen mensen in de EU lopen het risico in armoede terecht te komen. De EU heeft zich ten doel gesteld het aantal mensen dat met armoede en sociale uitsluiting te kampen heeft, rond 2020 met minstens 20 miljoen te verminderen. In deze mededeling van de Europese Commissie worden maatregelen uiteengezet ter ondersteuning van de inspanning om de EU-doelstelling inzake armoedebestrijding te halen.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Nationaal
Op 25 januari 2011 werd een brief aan de regering vastgesteld en verzonden. De vragen over het standpunt van de regering werden in het BNC-fiche beantwoordt en de antwoorden gaven geen aanleiding tot een nadere reactie van de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Europees
Op 17 juni 2011 werden raadsonclusies aangenomen over onderhavig platform tijdens de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenbescherming.
document Europese Commissie
COM(2010)758, d.d. 16 december 2010
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Op 18 januari 2011 heeft de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de mededeling inzake armoede en uitsluiting besproken en (met uitzondering van de VVD-fractie) besloten de regering enkele vragen voor te leggen.
De commissie heeft op 25 januari 2011 een brief vastgesteld en verzonden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met daarin het verzoek om het standpunt en de inzet van de Nederlandse regering, de wijze waarop Nederland zal participeren aan het Platform tegen armoede en sociale uitsluiting en de vertaling naar het nationale beleid. Het standpunt van de regering werd op 7 februari 2011 middels een BNC-fiche (Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) aangeboden aan het parlement.
Het BNC-fiche werd tijdens de commissievergadering op 15 februari 2011 besproken en gaf geen aanleiding tot een nadere reactie aan de regering. De commissie voor SZW zal dit dossier aandachtig blijven volgen.
-
korte aantekening commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 15 februari 2011
-
korte aantekening commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 31.267; 31.283; 32.165; 32.521
25 januari 2011 -
brief van de commissie SZW aan de minister SZW met vragen over Europese mededeling inzake armoede en sociale uitsluiting Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
25 januari 2011 -
korte aantekening commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 31.267; 31.283; 32.360 E; 32.360 XV; 32.500 XV; 32.500 E; 32.565 XV; 32.465; 32.486
18 januari 2011
Het BNC-fiche over deze mededeling van de Europese Commissie werd geagendeerd tijdens de procedurevergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 15 februari 2011. Hier werd besloten dat het BNC-fiche zal worden geagendeerd tijdens een algemeen overleg op 3 maart 2011 over de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid die op 7 maart 2011 plaatsvond.
-
algemeen overleg TK met minister van SZW en Staatssecretaris Buitenlands Zaken over diverse onderwerpen op 3 maart 2011 Tweede Kamer - 21.501-31, TK, nr. 237
22 maart 2011
Nederland hecht waarde aan een versterking van de Open Coördinatie Methode (OMC) via het Armoedeplatform, waarbij de jaarlijkse rondetafelconferentie over armoede zal worden verbreed tot een jaarlijkse conventie van het Europees Platform. De mededeling gaat niet zozeer in op de invulling van het platform, maar geeft een beleidskader van waaruit de Commissie de komende vier jaar wil werken. Nederland heeft zorgen over de reikwijdte van het voorstel, gezien de vele voorgestelde acties die verder gaan dan het beoogde doel van het platform, het via de OMC leren van elkaar om de Europese armoededoelstelling te behalen.
De Nederlandse regering is in het BNC-fiche van mening dat de Commissie via haar voornemens de Europese bemoeienis op sociaal gebied te veel uitbreidt. Zo behoort de beoordeling van minimuminkomensregelingen tot de beleidsruimte van de lidstaten. Nederland heeft al eerder (in 2006 en 2008) aangegeven dat bepaling van de hoogte en de indexatie van het minimuminkomen een nationale verantwoordelijkheid dient te blijven. Ook wordt de verdeling van de beperkte ESF-middelen (Europees Sociaal Fonds) over de verschillende doelen en begunstigden verder bemoeilijkt door de voorgestelde vereenvoudigde aanspraak van NGO's op deze middelen. Nederland staat verder kritisch tegenover de verplichting om specifieke groepen te bedienen en stelt zich op het standpunt dat de ontvangende lidstaten zelf een keuze kunnen maken over de besteding.
Met betrekking tot de versterking van de OMC betreurt Nederland het dat het Armoedeplatform niet nader wordt uitgewerkt, waardoor onduidelijk blijft hoe het platform gaat functioneren. Ook zal Nederland informeren naar de relatie met het jaarlijkse Nationaal Hervormingsprogramma dat door de lidstaten wordt opgemaakt en de jaarlijkse rapportage over de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie door het Sociaal Beschermingcomité. Nederland betwijfelt voorts of het Platform het meest geëigende niveau is voor een gedachtewisseling met NGO's en stelt zich op het standpunt dat lidstaten zich eigenaar moeten blijven voelen van de resultaten en uitkomsten van het platform.
De regering geeft verder aan dat het parlement in april 2011 nader geïnformeerd zal worden over de vertaling naar het nationaal beleid.
-
bnc-fiche over de EU-mededeling inzake platform tegen armoede en sociale uitsluiting Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112; 32.607, EK, EA (TK, nr. 1138)
7 februari 2011
Ruim 80 miljoen mensen in de Europese Unie (EU) lopen het risico in armoede terecht te komen. De EU heeft zich ten doel gesteld het aantal mensen dat met armoede en sociale uitsluiting te kampen heeft, rond 2020 met minstens 20 miljoen te verminderen. In deze mededeling van de Europese Commissie worden maatregelen uiteengezet ter ondersteuning van de inspanning om de EU-doelstelling inzake armoedebestrijding te halen.
Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting is een van de zeven kerninitiatieven van de EU 2020-strategie en hangt nauw samen met de andere kerninitiatieven, die gericht zijn op het verhogen van de arbeidsparticipatie (de werkgelegenheidsdoelstelling: 75% van de vrouwen en mannen tussen 20 en 64 jaar heeft in 2020 een baan) en de verbetering van onderwijs (de onderwijsdoelstelling: het percentage voortijdige schoolverlaters moet in 2020 zijn teruggebracht tot minder dan 10% en 40% van de jongeren moet een hoger onderwijsdiploma hebben).
De mededeling stelt manieren voor om de lidstaten te helpen sociale uitsluiting voortvarender te bestrijden. De landen stellen hun eigen doelstellingen vast en rapporteren over hun initiatieven en hun bijdrage tot groei en werkgelegenheid. De Commissie ondersteunt deze inspanningen door beleid op het gebied van sociale bescherming, werkgelegenheid en onderwijs en door EU-financiering. De Commissie bevordert daarnaast nieuwe partnerschappen en nieuwe manieren om armoede te bestrijden.
Tot de belangrijkste acties van het platform behoren:
-
-Bevordering van innovatie in het sociaal beleid. De Commissie zal in 2011 een initiatief nemen om een aantal Europese fondsen te bundelen om empirisch onderbouwde innovatie in het sociaal beleid te bevorderen, waarbij de aandacht in eerste instantie gericht zal zijn op stelsels van sociale bijstand.
-
-Doeltreffender gebruik maken van EU-fondsen, en met name het Europees Sociaal Fonds, om de doelstellingen op het gebied van sociale-inclusie en sociale samenhang te verwezenlijken. Ook zal microfinanciering worden ingezet als instrument om kwetsbare groepen te helpen een lening te krijgen voor het opzetten van een eigen bedrijf.
-
-Doeltreffender maken van sociale bescherming en essentiële diensten. De Commissie zal in 2011 met een witboek komen over de toereikendheid en houdbaarheid van pensioenen. Daarnaast wordt een vrijwillig kwaliteitskader ontwikkeld voor sociale diensten op sectoraal niveau, mede op het gebied van langdurige zorg en dak- en thuisloosheid. Ook is er aandacht voor de toegang tot gezondheidszorg en huisvesting en voor de integratie van de Roma.
-
-Bevordering van partnerschappen en sociale economie om uitsluiting te bestrijden. De Commissie zal vrijwillige richtsnoeren opstellen voor de inschakeling van stakeholders bij de vaststelling, vormgeving en uitvoering van op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau te nemen armoedebestrijdingsmaatregelen.
De zes andere kerninitiatieven van de EU 2020-strategie zijn:
-
-Jeugd in beweging (zie dossier E100048);
-
-Agenda voor nieuwe vaardigheden en banen;
-
-Een digitale agenda voor Europa (zie dossier E100018);
-
-Innovatie-Unie (zie dossier E100057);
-
-Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering (zie dossier E100064); en
-
-Een energiezuinig en koolstofarm Europa
-
Commissiemededeling: Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting: een Europees kader voor sociale en territoriale samenhang commissievoorstel Europese Commissie - COM(2010)758
16 december 2010 -
Op 17 juni 2011 werden raadsonclusies aangenomen over onderhavig platform tijdens de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenbescherming.
Tijdens de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC) op 7 maart 2011 zijn enkele conclusies aangenomen ten aanzien van het voorgestelde platform tegen armoede en sociale uitsluiting.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Council conclusions on the European Platform against Poverty and Social Exclusion [en] conclusies Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid
7 maart 2011 -
geannoteerde agenda van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - 21.501-31, TK, nr. 234
21 februari 2011
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.