E130057 - Voorstel voor een richtlijn betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel
Dit voorstel maakt deel uit van een reeks voorstellen (zie ook E130055 en E130056) die moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, zoals voorgesteld in het programma van Stockholm. Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie te garanderen dat verdachten al in het vroegste stadium van een strafprocedure (wanneer beklaagden bijzonder kwetsbaar zijn, met name bij vrijheidsbeneming) toegang hebben tot rechtsbijstand.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
Op 1 april 2014 besloot de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) het richtlijnvoorstel voor kennisgeving aan te nemen.
Europees
Op 26 oktober 2016 is het uiteindelijke akkoord getekend, op 4 november 2016 is de richtlijn in het publicatieblad gepubliceerd.
document Europese Commissie
COM(2013)824, d.d. 27 november 2013
rechtsgrondslag
Artikel 82(2) van het VWEU
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
Richtlijn (EU) 2016/1919 werd op 26 oktober 2016 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en werd op 4 november 2016 gepubliceerd in Pb EU L 297/1. De richtlijn diende uiterlijk 5 mei 2019 geïmplementeerd te zijn.
Op 20 oktober 2017 is de richtlijn in de staatscourant gepubliceerd.
Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen vierde kwartaal 2017
-
Richtlijn (EU) 2016/1919 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel Richtlijn Europese Unie - Pb EU L297/1
4 november 2016
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) besloot op 1 april 2014 het richtlijnvoorstel voor kennisgeving aan te nemen.
Op 28 januari 2014 besloot de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) de behandeling op te schorten in afwachting van de uitkomsten van het algemeen overleg in de Tweede Kamer op 20 maart 2014 over het behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures.
De Eerste Kamer ontving het BNC-fiche op 17 januari 2014. De commissie voor Veiligheid en Justitie zal op 28 januari 2014 inbreng leveren voor schriftelijk overleg.
De commissie voor Veiligheid en Justitie stuurde op 13 december 2013 een brief aan de minister van Veiligheid en Justitie en een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken met daarin het verzoek om de BNC-fiches over de drie ontwerprichtlijnen en twee bijbehorende aanbevelingen, welke moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, voor 17 januari 2014 aan de Kamer te doen toekomen.
Op 10 december 2013 besprak de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) de procedure voor behandeling van het richtlijnvoorstel. De commissie V&J besloot de regering te verzoeken het BNC-fiche uiterlijk op 17 januari 2014 aan de Kamer te zenden. De commissie zal op 28 januari 2014 inbreng leveren voor schriftelijk overleg over het richtlijnvoorstel.
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie.
-
-
-
-
-
Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie met het verzoek om de BNC-fiches voor 17 januari 2014 aan de Kamer te sturen Commissie voor Veiligheid en Justitie - nog niet als Kamerstuk gepubliceerd
13 december 2013 -
Brief aan de minister van Buitenlandse Zaken met het verzoek om de BNC-fiches voor 17 januari 2014 aan de Kamer te sturen Commissie voor Veiligheid en Justitie - nog niet als Kamerstuk gepubliceerd
13 december 2013 -
Op 7 oktober 2015 tijdens een algemeen overleg over de JBZ-Raad van 8 en 9 oktober 2015 zegde de minister van Veiligheid en Justitie toe de uitspraak van het Hof van Justitie over het Europees aanhoudingsbevel toe te lichten. Op 13 oktober 2015 stuurde de minister een brief met deze informatie aan de Tweede Kamer.
Op 3 december 2014 voerde de commissie voor Veiligheid en Justitie een algemeen overleg met de minister voor Veiligheid en Justitie over de JBZ-Raad van 4-5 december 2014. De voorstellen gegevensbescherming kwamen uitgebreid ter sprake.
Op 25 maart 2014 stemde de Tweede Kamer plenair in met het advies van de commissie Europese Zaken. Het parlementair behandelvoorbehoud werd daarmee, met inachtneming van onderstaande afspraken, officieel beëindigd.
Op 21 maart 2014 stuurde de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken een brief aan de voorzitter van Tweede Kamer met daarin het bericht dat dat de commissie voor Veiligheid en Justitie heeft geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud met de volgende afspraken formeel te beëindigen:
-
1.De Tweede Kamer zal tijdig worden geïnformeerd over de opties die ter beantwoording voorliggen in de Raad en de onderliggende overlegflora die gevolgen hebben voor belangrijke elementen van de voorgestelde richtlijn en/of de Nederlandse inzet daarbij;
-
2.De Tweede Kamer wordt geïnformeerd wanneer de minister van Veiligheid en Justitie voorziet dat de onderhandelingen afwijken van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche en/of nadien is vastgelegd met de Tweede Kamer;
-
3.De Tweede Kamer wordt standaard over de voortgang van de onderhandelingen van de richtlijn geïnformeerd;
-
4.De informatieafspraken gemaakt in het kader van het behandelvoorbehoud op de richtlijn over het vermoeden van onschuld en rechtsbijstand dienen te gelden voor het gehele EUwetgevingspakket inzake waarborgen in strafrechtelijke procedures, zoals besproken in de Tweede Kamer op donderdag 20 maart 2014.
De voorzitter van de commissie voor Europese Zaken verzoekt de voorzitter van de Tweede Kamer dit advies en aan de Tweede Kamer ter besluitvorming voor te leggen.
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft op 20 maart 2014 een algemeen overleg houden over het behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures (zie ook E130055 en E130056). Voorafgaand hieraan werden de Kamerleden op 11 maart 2014 in besloten setting geïnformeerd door ambtenaren van het ministerie over het wetgevingspakket.
De Tweede Kamer plaatste op 21 januari 2014 een behandelvoorbehoud bij het voorstel.
De commissie V&J besloot op 18 december 2013 het voorstel te onderwerpen aan een behandelvoorbehoud, een algemeen overleg te houden voor 24 maart 2014 en daaraan voorafgaand een technische briefing te organiseren.
De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft dit voorstel ook als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie.
-
brief regering; Toezegging, gedaan tijdens het AO JBZ Raad 7 oktober 2015, onderdeel Europees aanhoudingsbevel Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, TK, 351
13 oktober 2015 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 3 december 2014, over de JBZ-Raad van 4 en 5 december 2014 Tweede Kamer - 32.317, TK, 268
10 februari 2015 -
Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 20 maart 2014, over Behandelvoorbehoud EU-wetgevingspakket waarborgen in strafrechtelijke procedures Tweede Kamer - 22.112, TK, 1845
16 mei 2014 -
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Richtlijn rechtsbijstand bij vrijheidsbeneming en bij procedures inzake Europees aanhoudingsbevel COM (2013) 824 Tweede Kamer - 33.833, TK, 2
21 maart 2014 Bevat bijlage -
brief commissie; Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoud t.a.v. EU-voorstel: Richtlijn rechtsbijstand bij vrijheidsbeneming en bij procedures inzake Europees aanhoudingsbevel COM (2013) 824 Tweede Kamer - 33.833, TK, 1
20 december 2013 Bevat bijlage
De minister van Veiligheid en Justitie stuurde op 17 januari 2014 het BNC-fiche aan de Kamer. Hieruit blijkt onder andere dat Nederland positief staat tegenover het invoeren van een minimumstandaard voorlopige rechtsbijstand in de zwaardere strafzaken. Artikel 82, tweede lid, VWEU biedt echter alleen een grondslag voor het scheppen van minimumvoorschriften aangaande personen in de strafvordering. Op onderdelen gaat het voorstel verder dan noodzakelijk om het gestelde doel van een gelijkwaardig minimumniveau te bereiken, namelijk door deze vorm van gefinancierde rechtsbijstand voor te schrijven voor alle strafzaken en niet alleen de zwaardere strafzaken. NL staat voorts negatief tegenover de plicht te voorzien in gefinancierde rechtsbijstand in de lidstaten die een EAB uitvaardigen.
Op 18 december 2013 stuurde de minister van Veiligheid en Justitie een brief aan de Tweede Kamer met daarin het bericht dat de BNC-fiches inzake de voorstellen voor drie richtlijnen over gemeenschappelijke EU-normen in strafprocedures, niet binnen de daarvoor geldende drie-weken termijn naar de Kamer kunnen worden verzonden. De minister geeft aan dat de fiches op zo kort mogelijk termijn alsnog aan de Kamer zullen worden gezonden.
-
brief regering; Fiche: Richtlijn betreffende voorlopige rechtsbijstand voor van hun vrijheid beroofde personen en rechtsbijstand in Europese aanhoudingsbevelprocedures Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1773
17 januari 2014 -
brief regering; Uitstel aanbieding BNC fiches inzake gemeenschappelijke EU normen in strafprocedures Ministerie van Veiligheid en Justitie - 22.112, TK, 1755
18 december 2013
Dit voorstel maakt deel uit van een reeks voorstellen (zie ook E130055 en E130056) die moeten leiden tot gemeenschappelijke EU-normen in alle strafprocedures, zoals voorgesteld in het programma van Stockholm. Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie te garanderen dat verdachten al in het vroegste stadium van een strafprocedure (wanneer beklaagden bijzonder kwetsbaar zijn, met name bij vrijheidsbeneming) toegang hebben tot rechtsbijstand. Daarmee is nader invulling gegeven aan het fundamentele recht op een eerlijk proces, op grond waarvan een redelijk evenwicht tussen de procespartijen is vereist.
Het recht op toegang tot voorlopige rechtsbijstand is intrinsiek gekoppeld aan het recht op toegang tot een advocaat. De richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat regelt echter niet het recht op toegang tot voorlopige rechtsbijstand voor minvermogenden. Het recht op toegang tot voorlopige rechtsbijstand is derhalve in dit voorstel uitgewerkt. Daarnaast verzekert het voorstel personen die op grond van een Europees aanhoudingsbevel zijn aangehouden van voorlopige rechtsbijstand. De Europese Commissie baseert haar bevoegdheid voor deze ontwerprichtlijn op artikel 82, lid 2 VWEU. De gemeenschappelijke minimumnormen moeten bijdragen aan het vergroten van wederzijds vertrouwen tussen lidstaten en daarmee aan het vergemakkelijken van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning.
Aanvullende aanbevelingen
Als onderdeel van een pakket maatregelen zijn naast dit voorstel twee aanbevelingen uitgebracht door de Europese Commissie, te weten: een aanbeveling betreffende procedurele waarborgen voor kwetsbare personen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure én een aanbeveling inzake het recht op rechtsbijstand voor verdachte of beklaagde in een strafprocedure.
-
Voorstel voor een richtlijn betreffende betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel commissievoorstel Europese Commissie - COM(2013)824
27 november 2013 -
Impact assessment bij het voorstel voor een richtlijn betreffende het recht op voorlopige rechtsbijstand voor burgers die verdachte of beklaagde zijn in een strafproces en tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd [en] werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)476
27 november 2013 -
Samenvatting van de impact assessment bij het voorstel voor een richtlijn betreffende betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)477
27 november 2013 -
Implementatieplan bij het voorstel voor een richtlijn betreffende het recht op voorlopige rechtsbijstand voor burgers die verdachte of beklaagde zijn in een strafproces en tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd werkdocument Europese Commissie - SWD(2013)499
27 november 2013 -
Aanbeveling betreffende procedurele waarborgen voor kwetsbare personen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure [en] commissievoorstel Europese Commissie - C(2013)8178
27 november 2013 -
Aanbeveling inzake het recht op rechtsbijstand voor verdachten of beklaagden in strafprocedures [en] commissievoorstel Europese Commissie - C(2013)8179
27 november 2013 -
Commissiemededeling: Voortgang bij de uitvoering van de agenda van de Europese Unie inzake procedurele waarborgen voor verdachten en beklaagden – De grondvesten van de Europese strafrechtelijke ruimte versterken commissievoorstel Europese Commissie - COM(2013)820
27 november 2013
JBZ-Raad 8-9 oktober 2015 (agendapunt II.12)
Tijdens de Raad zijn de laatste stand van zaken gegeven over dit voorstel, waarbij onder andere is aangegeven dat de triloog in juli 2015 is gestart.
JBZ-Raad 15-16 juni 2015 (agendapunt III.9)
Het Voorzitterschap gaf een korte toelichting op de stand van zaken over deze richtlijn, waarbij werd aangegeven dat een algemene benadering is bereikt in de Raad van maart 2015 en dat EP-eindrapportage in mei is aangenomen. Nu de posities van de Raad en het Europees Parlement bekend zijn, zal binnen afzienbare termijn de triloog aanvangen.
JBZ-Raad 12-13 maart 2015 (agendapunt II.8)
Tijdens de Raad is een algemene oriëntatie over het richtlijnvoorstel vastgesteld en de onderhandelingen met het Europees parlement kunnen starten. Nederland gaf aan te kunnen instemmen met de voorliggende tekst als basis voor de onderhandelingen met het EP maar zorgen te houden bij de proportionaliteit. Nederland benadrukte dat de tekst veel elementen bevat waar Nederland zich achter kan scharen, zoals schrapping van de bepaling over gefinancierde rechtsbijstand in de uitvaardigende lidstaat in EAB-procedures en de uitzondering op het recht op voorlopige gefinancierde rechtsbijstand in artikel 4(2a). Maar Nederland behoudt bij die bepaling ook zorgen. De interests of justice, de criteria van het EHRM, moeten bepalend zijn voor de beoordeling of sprake is van een recht op gefinancierde rechtsbijstand. Het is volgens Nederland aan de lidstaten om te bepalen hoe een toets daarop wordt ingevuld. Nederland gaf aan dat het parlementaire studievoorbehoud is opgeheven.
Een groep van zeven lidstaten heeft zorgen bij de voorliggende tekst omdat die het recht op voorlopige gefinancierde rechtsbijstand te zeer zou beperken.
JBZ-Raad 4-5 december 2014 (agendapunt II.7)
Tijdens de Raad is de laatste stand van zaken over het richtlijnvoorstel besproken. Het Voorzitterschap informeerde de lidstaten over de stand van zaken van de onderhandelingen over de richtlijn voorlopige gefinancierde rechtsbijstand. Het Voorzitterschap schat in dat de Raad onder Lets Voorzitterschap overeenstemming zal kunnen bereiken. Het Voorzitterschap wees erop dat op dit moment een groep lidstaten voorstander is van beperking van de reikwijdte van de richtlijn voor lichtere strafbare feiten. Enkele lidstaten achten juist een uitbreiding van de reikwijdte wenselijk, maar het is niet zeker of dat voorstel het zal halen, zo gaf het Voorzitterschap aan.
Informele JBZ-Raad 23-24 januari 2014 (agendapunt I.2)
Tijdens de informele Raad heeft de Europese Commissie een discussie ingeleid over het richtlijnvoorstel. Een klein aantal lidstaten sprak steun uit voor de uitvoering van de routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 10 en 11 maart 2016 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers 1e kwartaal 2016 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FW
2 maart 2016 Bevat bijlage -
brief inzake Verslag JBZ-Raad 8 en 9 oktober 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FG
27 oktober 2015 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 8 en 9 oktober 2015 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (3e kwartaal 2015) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, FE
30 september 2015 Bevat bijlage -
brief inzake verslag JBZ Raad 15 en 16 juni 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EV
29 juni 2015 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 15 en 16 juni 2015 en monitoringsoverzicht (2e kwartaal 2015) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, ES
4 juni 2015 Bevat bijlage -
brief inzake aanbieding van het verslag van de JBZ-Raad van 12 en 13 maart 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EO
30 maart 2015 -
Persverslag van de JBZ-Raad van 12 en 13 maart 2015 [en] persbericht Raad van de Europese Unie - 7178/15
13 maart 2015 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 12 en 13 maart 2015 en monitoringsoverzicht 1e kwartaal 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EK
4 maart 2015 Bevat bijlage -
Richtlijn voorlopige rechtsbijstand - algemene oriëntatie raadsdocument Raad van de Europese Unie - 6603/15
26 februari 2015 -
brief inzake verslag van de JBZ-Raad van 4-5 december 2014 en verslag van de informele JBZ-BZ bijeenkomst van 27 november 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EG
17 december 2014 -
Persverslag van de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 4-5 december 2014 verslag van raad Raad van de Europese Unie - 16526/14
5 december 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ Raad 4 en 5 december 2014 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (4e kwartaal 2014) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, EE
24 november 2014 Bevat bijlage -
Richtlijnvoorstel voorlopige rechtsbijstand - stand van zaken [en] raadsdocument Raad van de Europese Unie - 15490/14
17 november 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda JBZ-Raad 9 en 10 oktober 2014 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers (3e kwartaal 2014) Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DY
1 oktober 2014 Bevat bijlage -
brief inzake Verslag informele JBZ-Raad 23 en 24 januari 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DK
7 februari 2014 -
brief inzake geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 23 en 24 januari 2014 Ministerie van Veiligheid en Justitie - 32.317, EK, DI
14 januari 2014
Op 4 oktober 2016 stelde het Europees Parlement na een plenair debat haar standpunt in eerste lezing vast.
Op 6 mei 2015 heeft de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) ingestemd met het ontwerpverslag van rapporteur De Jong. Het verslag werd op 18 mei 2015 gepubliceerd. Het EP wenst de richtlijn op substantiële onderdelen verder uit te breiden dan het voorstel van de Commissie. Zo wil het parlement de reikwijdte uitbreiden naar niet-aangehouden verdachten en wil hij de richtlijn niet beperken tot voorlopige gefinancierde rechtsbijstand, dat wil zeggen in de periode tussen de vrijheidsberoving en het moment waarop op een aanvraag tot gefinancierde rechtsbijstand is beslist. Het Europees Parlement wil ook die 'reguliere' gefinancierde rechtsbijstand onder de reikwijdte van de richtlijn plaatsen. Voorts zijn amendementen aangenomen die zien op de kwaliteit van raadslieden en de onafhankelijkheid van het orgaan dat beslist over toekenning van gefinancierde rechtsbijstand (in Nederland is dat de Raad voor Rechtsbijstand).
Op 18 maart 2014 publiceerde de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement een werkdocument over het voorstel. Het werkdocument is gepubliceerd omdat het Europees Parlement in de huidige zittingstermijn geen standpunt in eerste lezing meer kan vaststellen. In het werkdocument wordt een eerste gezamenlijke beoordeling van het voorstel gegeven, gedeeld door alle schaduwrapporteurs, gevolgd door een aantal persoonlijke opmerkingen van de rapporteur.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Verslag van de LIBE commissie over het richtlijnvoorstel betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel standpunt EP Europees Parlement - A8-0165/2015
18 mei 2015 -
Werkdocument van de LIBE commissie over het richtlijnvoorstel betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel [en] werkdocument Europees Parlement - PE530.085v02-00
18 maart 2014
De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren was gesteld op 12 februari 2014.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
De commissie Meijers publiceerde op 1 december 2014 een notitie naar aanleiding van de JBZ-Raad van 4-5 december 2014. Met betrekking tot het voorstel stelt de commissie Meijers in de notitie onder meer verheugd te zijn met het voorstel van een aantal lidstaten om naast voorlopige rechtsbijstand ook gewone rechtsbijstand binnen de reikwijdte van deze richtlijn te brengen. Verder raadt de commissie Meijers aan om een bepaling over de verdeling van kosten in grensoverschrijdende strafzaken op te nemen.
De Commissie Meijers stuurde op 18 maart 2014 een notitie aan de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken van het Europees Parlement over de EU-voorstellen gemeenschappelijke normen in strafprocedures, waar dit voorstel deel van uitmaakt. Een afschrift van de brief werd tevens aan de Eerste Kamer gezonden.
-
Notitie naar aanleiding van de JBZ-Raad van 4-5 december 2014 [en] notitie Commissie Meijers - CM1414
1 december 2014 -
Fundamental Rights Aspects of certain outstanding Justice and Home Affairs Files [en] notitie Commissie Meijers
29 augustus 2014 -
Note of the Meijers Committee on the Package of Fair Trial Rights Commissie Meijers - CM1402
18 maart 2014