De Eerste Kamer heeft op 2 juli 2013 twee moties over de inrichting van het openbaar bestuur aangenomen. De moties werden ingediend tijdens het debat over de inrichting van het openbaar bestuur op 18 juni 2013. De motie-Vliegenthart c.s. vraagt de regering om een nadere onderbouwing van de nota Bestuur in samenhang: de bestuurlijke organisatie van Nederland, in het licht van de voornemens voor samenvoeging van gemeenten en provincies. De motie roept de regering op om met een nadere analyse te komen over nut, noodzaak en democratische wenselijkheid van de door haar publiek gemaakte voornemens en het voorziene tijdpad, en verzoekt de regering tot dan op dit terrein geen onomkeerbare stappen te zetten.
Deze motie werd aangenomen door een meerderheid van de Kamer; de fracties van de VVD, de PvdA en D66 stemden tegen. In het debat van 18 juni gaf minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan dat hij "kan leven" met deze motie, maar dat hij het vanzelfsprekend vindt dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet aangezien deze steeds via het officiële wetgevingstraject moeten lopen.
Daarnaast aanvaardde de Eerste Kamer met algemene stemmen de motie Engels c.s. die de regering verzoekt één of meer modellen voor een stelsel van financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten te ontwikkelen die rekening houden met zowel de effecten van de voorgenomen decentralisaties als met voortgaande processen van gemeentelijke herindeling. In het debat van 18 juni gaf minister Plasterk aan dat hij de motie niet in de weg zal staan en dat hij het Centraal Planbureau zal vragen om te bezien welke financiële verhoudingen en modellen het beste passen bij de voorgestelde decentralisaties.
Een tweede motie van senator Engels, over een voorstel voor een geactualiseerde en meer richtinggevende invulling van Hoofdstuk 7 van de Grondwet, werd aangehouden.
Zie ook:
Deel dit item: