Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering van de EG-verordering nr. 6/2002 (PbEG 2002, L3) betreffende Gemeenschapsmodellen. Deze Gemeenschapsmodellenverordening stelt een communautair modellensysteem in dat ondernemingen via een enkele procedure in staat stelt Gemeenschapsmodellen te verkrijgen die een eenvormige bescherming genieten en rechtsgevolgen hebben op het hele grondgebied van de Europese Unie.
De rechtbank in Den Haag wordt aangewezen als Nederlandse autoriteit voor het verlenen van exequatur, dat wil zeggen tot het verlenen van verlof tot tenuitvoerlegging van onherroepelijk geworden beslissingen van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tot vaststelling van de kosten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 16 september 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 november 2004 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
4 juni 2004titel
Uitvoering van de verordening van de Raad van de Europese Unie betreffende Gemeenschapsmodellen houdende aanwijzing van de rechtbank voor het Gemeenschapsmodel (Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
3