De Staten-Generaal vertegenwoordigen het hele Nederlandse volk. De Staten-Generaal zijn opgedeeld in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Samen vormen ze het Nederlandse parlement. Beide Kamers controleren de regering: de ministers en staatssecretarissen moeten aan de Kamers verantwoording afleggen. Ook hebben de Kamers een belangrijke taak bij de invoering van nieuwe wetten. Eerst moet de Tweede Kamer een wetsvoorstel goedkeuren en daarna de Eerste Kamer. De leden van de Tweede Kamer kunnen zelf wetsvoorstellen indienen en veranderen. De leden van de Eerste Kamer kunnen wetsvoorstellen alleen goedkeuren of verwerpen.
De Tweede Kamer heeft 150 leden, de Eerste Kamer 75. De afkomst van de Kamerleden is in de afgelopen 200 jaar flink veranderd. In een groot deel van de negentiende eeuw kwamen alle leden uit een kleine en welvarende bovenlaag. Lange tijd kon je zelfs alleen Kamerlid worden als je veel belasting betaalde. In 1885, na een Grondwetswijziging, kwam de eerste ‘handswerkman’ in de Tweede Kamer. Daarna werden bijvoorbeeld ook onderwijzers, winkeliers of vakbondsbestuurders Kamerlid.
Het is nu vanzelfsprekend dat mannen en vrouwen Kamerlid zijn. Toch kunnen vrouwen pas Kamerlid worden sinds 1917. Suze Groeneweg (Tweede Kamer) en Carry Pothuis-Smit (Eerste Kamer) waren de eersten. In beide Kamers is nu ongeveer een derde van de leden vrouw. Tegenwoordig staat het Kamerlidmaatschap open voor alle Nederlanders van 18 jaar en ouder. De groep Kamerleden is daardoor diverser dan ooit.
De ambtelijke organisatie is de smeerolie van het parlementaire werk. De ambtelijke diensten maken bijvoorbeeld de verslagen van vergaderingen, houden het archief bij en zorgen dat de leden over de nieuwste apparatuur kunnen beschikken. Andere diensten houden de gebouwen schoon, zorgen voor de catering, beveiligen de gebouwen en geven voorlichting aan bezoekers en journalisten. In zowel de Eerste als de Tweede Kamer staat de Griffier aan het hoofd van de ambtelijke organisatie. In totaal werken er ongeveer duizend mensen voor de Staten-Generaal. Het overgrote deel van hen is ambtenaar voor een van beide Kamers.