Dit voorstel breidt het aantal nevenzittingsplaatsen (nu: Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Den Bosch en Zwolle) uit met de hoofdplaatsen van de overige arrondissementen, waarbij de president van de rechtbank te Den Haag bevoegd blijft om de zaken te verdelen over de nevenzittingsplaatsen.
Op dit moment is de rechtbank te Den Haag exclusief bevoegd voor beroepen tegen beschikkingen gegeven op grond van de Vreemdelingenwet.
Snelle invoering van de uitbreiding van nevenzittingsplaatsen is nodig in verband met de capaciteitsproblemen die zijn ontstaan door de grote instroom van zaken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 10 mei 2000 zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 mei 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 239 van 5 juni 2000.
ingediend
12 oktober 1999titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet (uitbreiding aantal nevenzittingsplaatsen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
- staatssecretaris van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
10 mei 2000
stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen TK 1999/2000, nr. 73: blz. 4877 -
10 mei 2000
behandeling Handelingen TK 1999/2000, nr. 73: blz. 4874-4877