Dit wetsvoorstel wijzigt artikel 19 van de Huurprijzenwet woonruimte. Dit artikel bepaalt dat een verhuurder bij het aanzeggen van een huurverhoging met meer dan het inflatiepercentage over het voorafgaande jaar deze huurverhoging moet motiveren aan de hand van de puntentelling op basis van het woningwaarderingsstelsel en het onderhouds- en verbeteringsbeleid dat op de desbetreffende woning van toepassing is.
De voorstellen voor het huurprijsbeleid vanaf 1 juli 2002 gaan uit van het gemiddelde inflatiepercentage over de aan het huurverhogingsjaar voorgaande vijf kalenderjaren. Daartoe is het noodzakelijk de motiveringsgrens in artikel 19 ook aan te passen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 25 april 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 mei 2002 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 321 van 27 juni 2002.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 361 van 11 juli 2002.
ingediend
22 januari 2002titel
Wijziging van artikel 19 van de Huurprijzenwet woonruimte (wijziging motiveringsgrens huurverhogingsvoorstellen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1
-
25 april 2002
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 73: blz. 4751