Dit wetsvoorstel verstrekt brede doeluitkeringen (BDU's) aan provincies en regionaal openbare lichamen ten behoeve van de uitvoering van een integraal verkeer- en vervoersbeleid.
Met dit voorstel wordt, door het bundelen van een aantal specifieke uitkeringen, de financiële verantwoordelijkheid voor de planvorming van het verkeer- en vervoerbeleid verlegd naar decentrale overheden. Door deze verlegging kunnen de afwegingen voor het beleid worden gemaakt op het niveau waar de problemen zich voordoen. Het doel van het voorstel is een effectievere inzet van middelen, een grotere acceptatie van het beleid, meer waardering voor prestaties van vervoerssystemen en het voorkomen van bureaucratie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 september 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, Groep Lazrak, Groep Wilders, D66, VVD, CDA, ChristenUnie, LPF en SGP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 december 2004 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
12 maart 2004titel
Regels met betrekking tot het verstrekken van een brede doeluitkering aan provincies en regionaal openbare lichamen ten behoeve van de uitvoering van een integraal verkeer- en vervoerbeleid (Wet BDU verkeer en vervoer)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
-Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
-Artikel 17b werkt terug tot en met 1 juli 2002.
-
-Artikel 17c, onderdeel A, werkt terug tot en met de datum van inwerkingtreding van de in dat artikel genoemde bepalingen van de Spoorwegwet (Stb. 2003, 264).
7