Dit voorstel wijzigt de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) in verband met de aanpassing van het klachtrecht voor ouders, de wijziging van het adviesrecht van de oudercommissie en enkele andere aanpassingen. Aanleiding voor de maatregelen in dit wetsvoorstel zijn het regeerakkoord van het kabinet Rutte II en een aangenomen motie van de voormalige Tweede Kamerleden Kraneveldt-Van der Veen en Koşer Kaya (TK 31.874, nr. 30) om de positie van ouders te versterken. Aanleiding voor deze motie was dat de indieners van die motie van mening waren dat de positie van ouders in de kinderopvang moet worden versterkt omdat er soms sprake is
ongewenste praktijken waar ouders weinig tegen kunnen doen.
Met het wetsvoorstel krijgen ouders enkele instrumenten aangereikt om te waarborgen dat zij, meer dan nu het geval is, worden gehoord. Door ouders een rol te geven bij de kwaliteit van de opvang wordt de houder van de opvang meer uitgedaagd met een kritische blik naar zijn eigen handelen te kijken. Het klachtrecht wordt inhoudelijk op enkele punten aangepast om op die wijze de positie van ouders te versterken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 34.045, A) is op 3 februari 2015 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 april 2015 zonder stemming aangenomen.
ingediend
30 september 2014titel
Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de aanpassing van het klachtrecht voor ouders, de wijziging van het adviesrecht van de oudercommissie en enkele andere aanpassingen (Wet versterking positie ouders kinderopvang en peuterspeelzalen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
0
Er zijn geen documenten gevonden.