Dit initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Van Rooijen (50PLUS) heeft als doel te voorkomen dat Nederlandse pensioenfondsen de uitkeringen moeten verlagen vanwege de rentestand die door de Europese Centrale Bank (ECB) beleidsmatig laag wordt gehouden. Hiervoor moeten twee tijdelijke maatregelen worden genomen: het aanpassen van de disconteringsvoet en het buiten toepassing stellen van de beleidsdekkingsgraad.
De ECB heeft de afgelopen jaren een monetair beleid gevoerd dat een uitzonderlijk lage rentestand op de internationale kapitaalmarkt tot gevolg heeft. Voor pensioenfondsen betekent deze lage rentestand een stijging van de waarde van de pensioenverplichtingen en daarmee een daling van de dekkingsgraad. Om deze dekkingsgraden toch op het wettelijke peil (de beleidsdekkingsgraad) te houden, zijn sommige pensioenfondsen genoodzaakt de uitkeringen te verlagen.
Het voorstel wil deze gevolgen opvangen door, zolang de ECB aan monetaire verruiming doet, twee tijdelijke maatregelen te nemen.
-
-tijdelijke afwijking van marktwaardering door aanpassing van de disconteringsvoet. Het voorstel is om een tijdelijk minimumniveau van de rente van 2% te introduceren in de rentetermijnstructuur (RTS).
-
-tijdelijk, binnen de regels van het Financieel Toetsingskader pensioenfondsen (FTK), uitgaan van de actuele dekkingsgraad in plaats van de beleidsdekkingsgraad bij de berekening van financiële beleidsmaatregelen van pensioenfondsen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 5) is op 22 januari 2019 verworpen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, DENK, 50PLUS, PVV en FvD.
Tegen: SGP, PvdA, PvdD, GroenLinks, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
De Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hield op 17 mei 2018 een rondetafelgesprek over de evaluatie van de Wet aanpassing Financieel Toetsingskader (33.972).
Bij brief van 23 maart 2017 (TK, 7) heeft de oorspronkelijke indiener van dit initiatiefvoorstel, de heer Krol (50PLUS), meegedeeld dat het lid Van Rooijen de verdediging van het voorstel van hem heeft overgenomen.
ingediend
18 november 2016titel
Voorstel van wet van het lid Van Rooijen tot tijdelijke wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het invoeren van een maatregel tot onder meer aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen (Tijdelijke wet aanpassing disconteringsvoet)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen III en IV niet later is gelegen dan vijf jaar na inwerkingtreding van de artikelen I en II.
-
-
-
-
-
11 september 2018
gewijzigde motie van de leden Van Rooijen en Van Brenk over een bredere evaluatie van het ftk (ter vervanging van 32043-413) TK 32.043, 423 -
3 juli 2018
Motie van de leden Van Rooijen en Van Brenk over een bredere evaluatie van het ftk TK 32.043, 413 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-