Tussen de oude en nieuwe delen van het Tweede Kamercomplex loopt de overdekte Statenpassage. Tegenwoordig is deze passage de centrale hal van de Tweede Kamer. Hier worden bezoekers ontvangen en zijn de bekende roltrappen naar de plenaire vergaderzaal. Oorspronkelijk had architect Pi de Bruijn de passage ontworpen als een ‘winkelstraatje’, waar het publiek vrij in en uit kon lopen. Met het oog op de veiligheid is het nooit zover gekomen. Wie de Statenpassage tegenwoordig wil bezoeken, moet eerst langs de beveiliging. Eenmaal binnen kunnen bezoekers de verschillende kunstwerken bewonderen die in de Statenpassage zijn opgesteld.
Bekijk de Statenpassage met Google Streetview.
Langs de lange zijde van de Statenpassage liggen achter verticale lamellen de commissiezalen. Hier vergaderen Kamerleden met ministers en staatssecretarissen over hun beleid. Een groot deel van de inhoudelijke discussie vindt dan ook niet in de plenaire vergaderzaal plaats, maar in deze kleinere zalen. De meeste commissiezalen zijn genoemd naar oud-Kamerleden, veelal politieke voormannen alsThorbecke, Troelstra en Groen van Prinsterer. De zalen op de begane grond zijn genoemd naar vrouwelijke politici, zoals Marga Klompé (de eerste vrouwelijke minister in 1956), Aletta Jacobs (voorvechtster van de vrouwenemancipatie) en Suze Groeneweg (in 1918 het eerste vrouwelijke Kamerlid).
De nieuwste uitbreiding van de Tweede Kamer ligt niet op het Binnenhof maar aan het Plein. In dit gebouw, het zogenoemde Logement van Amsterdam, verbleven ten tijde van de Republiek de afgevaardigden van Amsterdam in de Staten van Holland. In 2003 is in het Logement een speciale enquêtezaal gebouwd, waar parlementaire enquêtecommissies getuigen verhoren. Ook is in het Logement sinds een aantal jaren een zaal vernoemd naar Pim Fortuyn, die in 2002 werd vermoord, negen dagen voordat hij verkozen had kunnen worden als Tweede Kamerlid.