De huidige koffiekamer van de Eerste Kamer ligt op de eerste verdieping, tussen de grote vergaderzaal en de Hall. Oorspronkelijk had de ruimte de functie van besognekamer. Hier vergaderden de commissies van de Staten van Holland en West-Friesland. Op de plaats waar zich in de zeventiende eeuw een uitbouw met meerdere toiletten bevond, zijn nu het buffet en de koffiekeuken te vinden. Naast de deur naar de plenaire zaal staat een sigarenkastje, waar senatoren vroeger hun sigaar konden achterlaten als zij naar binnen gingen om te stemmen.
Op de tweede verdieping van het Eerste Kamergebouw bevindt zich een bijzondere ruimte: het Mary Stuartkabinet. Deze kamer werd in de zeventiende eeuw bewoond door Mary Stuart (de vrouw - later weduwe - van stadhouder Willem II en de moeder van Willem III) en is in 2012 weer in ere hersteld. Het is een van oudste en meest waardevolle historische ruimtes in de Eerste Kamer. Opvallend is het beschilderde eikenhouten plafond, dat onder meer gedecoreerd is met appeltjes van oranje. De wandtapijten in de kamer zijn replica’s van de originelen, die tegenwoordig behoren tot de collectie van het Rijksmuseum. Ze stellen gebeurtenissen voor uit het leven van Alexander de Grote.
Deze galerij was in de zeventiende eeuw de verbindingsgang van het Stadhouderlijk Kwartier naar het huis van de princesse royale. Oorspronkelijk was het een schilderijengalerij die bekend stond als 'de rode galerij' vanwege het rode plafond met goudgekleurde decoraties. Nadat de Eerste Kamer het gebouw in gebruik nam is deze gang jarenlang de werkruimte geweest voor ambtenaren die hun minister of staatssecretaris kwamen ondersteunen voor het debat in de Eerste Kamer. In de loop van de twintigste eeuw was de gang onderdeel van de dienstwoning voor de inwonende huismeester van de Eerste Kamer. In 2013 is de galerij in ere hersteld en vernoemd naar prinses Amalia van Solms, de echtgenote van stadhouder Frederik Hendrik, die in de zeventiende eeuw het door zijn broer prins Maurits gebouwde stadhouderlijk paleis uitbreidde en er zijn hofhouding had. In de galerij hangen ruim twintig portretten van vrouwen uit de hofhouding van Frederik Hendrik en Amalia van Solms.
Eind negentiende eeuw verrees op de plek waar voorheen de Hofkapel had gestaan een nieuwe kantoorvleugel voor de Eerste Kamer. Een van de ‘moderne’ werkkamers die de senaat toen ter beschikking kreeg, was de tegenwoordige Gravenkamer. Dit vertrek ontleent zijn naam aan de 36 portretten van de graven van Holland die in de kamer hangen. De schilderijen, die eerder in het oude stadhuis van Den Haag en het Gemeentemuseum hingen, zijn in de jaren negentig door de Eerste Kamer grondig gerestaureerd en naar het huis van de senaat overgebracht. Zeven eeuwen na de moord op graaf Floris V zijn zo alle graven van Holland weer op het Binnenhof te vinden.