De Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer, Jan Anthonie Bruijn en Khadija Arib, legden dinsdag 4 mei een krans uit naam van de Staten-Generaal tijdens de jaarlijkse herdenking in de Tweede Kamer van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Met het oog op de maatregelen rondom het coronavirus verliep de herdenking anders dan andere jaren. De Erelijst van Gevallenen - een nationaal monument in het Tweede Kamergebouw met de namen van alle Nederlandse slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog - lag dit jaar niet in de hal van Binnenhof 1A, maar in de Statenpassage, waar er meer ruimte is voor de aanwezigen.
Namens de ministerraad werd, in aanwezigheid van minister-president Mark Rutte en Paul Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verantwoordelijk voor oorlogsgetroffene, ook een krans gelegd.
Zoals ieder jaar werd er bij de herdenking een bladzijde van de Erelijst van Gevallenen omgeslagen. Na de kransleggingen volgde een minuut stilte.
Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib hield een toespraak en stond daarin onder meer stil bij het feit dat iedereen zich deze dagen beperkt voelt in zijn of haar vrijheid en zich, misschien meer dan vóór deze crisis, realiseert hoe het is om te leven in angst en jezelf niet veilig of vrij te voelen.
Aansluitend werd een korte video getoond, waarin leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep uit Den Haag gedichten voordroegen.
Na afloop van de plechtigheid woonden de beide Kamervoorzitters bij het perscentrum Nieuwspoort de jaarlijkse bijeenkomst bij waarin de in de oorlog omgekomen journalisten werden herdacht. De Voorzitter van de parlementaire persvereniging Wilco Boom legde hierbij een krans. Ook deze bijeenkomst was als gevolg van de bestrijding van het coronavirus aangepast en vond buiten plaats. Normaal is er op 4 mei een bijeenkomst in het perscentrum waarbij altijd een gastspreker het woord voert.
Deel dit item: