Mr. J.A. Philipse (1800-1884) was Eerste Kamervoorzitter van september 1852 tot september 1870.

Hij was de zoon van de president van de Hoge Raad, en begon zijn carrière als plaatsvervanger van de procureur-generaal bij het Hooggerechtshof. Daarna was Philipse advocaat-generaal, raadsheer, vice-president en president van het Haagse gerechtshof.

Philipse was een vertrouweling van koning Willem III. Regelmatig werd hij ingeschakeld om te helpen voorkomen dat te liberale voorstellen werden aanvaard. Van hem werd bovendien gezegd dat hij op de Kamerleden neerkeek, zoals hij als rechter neerkeek op de boeven die voor zijn balie verschenen.