Arnoldus van Gennep (1766-1846) was voorzitter van de Eerste Kamer van oktober 1838 tot oktober 1845.
Hij begon zijn loopbaan als advocaat en werd later landdrost van Maasland, lid van de raad van Rotterdam en lid van de Staatsraad. In 1823 werd Van Gennep vice-president van het Amortistatie Syndicaat; drie jaar later benoemde de koning hem tot Eerste Kamerlid. Hij combineerde dat ambt in 1837 en 1840 enige tijd met het ministerschap (ad interim) van Financiën.
7098 dagen
(17 oktober 1826 tot 24 maart 1846)