E090282 - Besluit houdende omschrijving van PMMA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen moet worden onderworpen
Op 6 december 2001 diende de EC dit voorstel in om de stof PMMA (verkocht als 'ecstasy' voor recreatief gebruik) te onderwerpen aan strafrechtelijke bepalingen. Het voorstel werd gebaseerd op een risicobeoordeling die in opdracht van de Horizontale Groep Drugs werd uitgevoerd door het wetenschappelijke comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD).
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
Europees
Besluit 2002/188/JBZ is op 6 maart 2002 gepubliceerd in Pb EG L 63.
document Europese Commissie
COM(2001)734, d.d. 6 december 2001
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Op 26 februari 2002 heeft de EK ingestemd met dit ontwerp-besluit (zie handelingen EK).
Op 27 februari 2002 heeft de TK ingestemd met dit ontwerp-besluit (zie verslag AO)
Op 6 december 2001 diende de EC het voorstel in om de stof PMMA (verkocht als 'ecstasy' voor recreatief gebruik) te onderwerpen aan strafrechtelijke bepalingen. Dit voorstel werd gebaseerd op een risicobeoordeling die in opdracht van de Horizontale Groep Drugs werd uitgevoerd door het wetenschappelijke comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD).
In 1997 heeft de Raad een gemeenschappelijk optreden vastgesteld (97/396/JBZ) om stoffen die niet onder het VN-verdrag inzake psychotrope stoffen vallen na een risicobeoordeling aan strafrechtelijke bepalingen te kunnen onderwerpen wanneer deze stoffen gevaarlijk voor de gezondheid zijn. Bij PMMA werd vastgesteld dat de marge tussen het innemen van een dosis die een uitwerking heeft op het gedrag en een dodelijke dosis erg smal is, waardoor men al gauw een overdosis inneemt, omdat het effect van een reeds ingenomen pil niet snel genoeg waarneembaar is. Verder is PMMA geen therapeutische drug.
Het ontwerpbesluit verplicht de lidstaten de stof PMMA binnen drie maanden op de nemen in nationale wetgeving ter uitvoering van het VN-verdrag (in Nederland de Opiumwet).
Er zijn geen wijzigingen aangebracht in de ontwerptekst van de EC. Op 28 februari 2002 heeft de JBZ-Raad het besluit vastgesteld.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.