25.334

Wijziging Huisvestingswet (doorwerking ruimtelijke beleid)



Dit wetsvoorstel wijzigt de Huisvestingswet. Gemeenten kunnen alleen nog maar eisen van economische of maatschappelijke binding stellen voor gebieden waarin een restrictief ruimtelijke ordeningsbeleid geldt.

Het wetsvoorstel beoogt zo een verband te leggen tussen woonruimteverdeling en ruimtelijke ordening. Tevens worden onnodige belemmeringen voor vrije vestiging opgeheven waardoor de doorstroming wordt bevorderd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 14 april 1998 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen. Op 10 april 1999 is een novelle met technische wijzigingen ingediend op dit wetsvoorstel (26.471). De Eerste Kamercommissie voor Volkshuisvesting heeft op 30 oktober 2000 de nadere memorie van antwoord ontvangen. De commissie wacht een door de staatssecretaris van Volkshuisvesting per brief van 23 februari 2001 aangekondigde tweede novelle af. Deze tweede novelle moet het wetsvoorstel in lijn brengen met het voorziene ruimtelijke ordeningsbeleid, zoals vastgelegd in de PKB Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft dit wetsvoorstel en de novelle ingetrokken bij brief van 22 november 2004. Het wetsvoorstel staat het reserveren van woningen voor de eigen bevolking(saanwas) niet toe maar het kabinet is nu juist voornemens om gemeenten in het landelijk gebied die mogelijkheid wel te bieden. De tweede novelle is niet ingediend.


Kerngegevens

ingediend

29 april 1997

titel

Wijziging van de Huisvestingswet (doorwerking ruimtelijk beleid)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten