E030175 - Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische koolwaterstoffen in de lucht
In september 1996 is de kaderrichtlijn luchtkwaliteit (beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit) in werking getreden. Voor de luchtverontreinigende stoffen arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) was nog geen dochterrichtlijn vastgesteld. In dit voorstel voor een richtlijn wordt de regulering van de luchtkwaliteit voor de hierboven genoemde stoffen middels een beoordeling aan de hand van criteria en technieken beschreven en zijn bepalingen opgenomen voor het verstrekken van informatie hierover aan de Europese Commissie en de bevolking (gezondheidsrisico's, informatie over de concentratie in de lucht en bestrijdingsmaatregelen).
Aangezien er geen kosteneffectieve maatregelen zijn om overal concentratieniveaus te bereiken (van specifiek deze stoffen) die niet schadelijk voor de gezondheid zijn, worden beoordelingdrempels ingesteld. Wanneer deze drempels worden overschreven moet worden voorzien in een verplichte monitoring. Op locaties waar deze drempels niet worden overschreven volstaat een indicatieve monitoring. Ten aanzien van de locatie en het aantal meetplaatsen zijn bepalingen opgenomen. Voor de vervuiling door PAK is wel een luchtkwaliteitsnorm opgenomen in de vorm van een streefwaarde (Nederland wenst hier te pleiten voor ook opname van een lange termijndoelstelling).
Deze aanpak wijkt af van de vorige dochterrichtlijnen als gevolg van het gegeven dat luchkwaliteitsnormen voor de betreffende stoffen zelfs met de "best available technology" niet haalbaar zijn. Hierdoor zal aanzienlijk meer inspanning nodig zijn voor de implementatie, monitoring en rapportage. De Commissie heeft deze aanpak in het voorstel opgenomen zonder raadpleging van de experts in de lidstaten.
De voorgestelde richtlijn moet de doelmatigheid evalueren van de bestrijdingsmaatregelen die door lidstaten redelijkerwijs kunnen worden genomen om de emissies van cadmium, kwik, arseen, nikkel en PAK te verminderen. De Commissie zal uiterlijk in 2008 verslag uitbrengen over de tenuitvoerlegging.
De voorgestelde implementatietermijn zal naar verwachting te kort zijn voor Nederland, gezien het feit dat hiervoor wetswijzigingen nodig zullen zijn. Daarnaast zal de implementatie tot extra meetinspanningen leiden, er worden ook vraagtekens geplaatst bij de noodzakelijkheid van bepaalde meetverplichtingen (o.a. metalen).
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
document Europese Commissie
COM(2003)423, d.d. 16 juli 2003
commissie Eerste Kamer
beleidsterrein
Richtlijn 2004/107/EG dient voor 15 februari 2007 geïmplementeerd te zijn. Implementatie zal geschieden via een Wijziging Wm luchtkwaliteit, een regeling o.b.v. hfst. 5, titel 5.2 Wm en een wijziging Awb, WED en WLV.
Wetsvoorstel 30489 werd op 24 oktober 2006 aangenomen door de Tweede Kamer en is op 9 oktober 2007 aangenomen door de Eerste Kamer.
In haar vergadering van 11 november 2003 heeft de commissie ESO besloten deze ontwerprichtlijn onder de aandacht te brengen van de commissie Milieu.
De commissie Milieu heeft in haar vergadering van 16 december 2003 besloten de behandeling van BNC-fiches aan de orde te stellen in het informele gesprek met de staatssecretaris van VROM op 27 januari 2004 en dan i.h.b. in te gaan op deze richtlijn.
In fiche 3 stelt de regering dat de voorgestelde richtlijn conform subsidiariteitsbeginsel is aangezien deze voortvloeit uit de kaderrichtlijn luchtkwaliteit. Daarnaast betreft het grensoverschrijdende luchtvervuiling en zijn derhalve Europese regelingen wenselijk.
Het richtlijnvoorstel betreft de 4e dochterrichtlijn luchtkwaliteit onder de kaderrichtlijn luchtkwaliteit, waardoor nu alle stoffen die in de kaderrichtlijn zijn genoemd via richtlijnen zijn gedekt. Het voorstel bevat een luchtkwaliteitsnorm voor benzo(a)pyreen (BaP, indicator voor alle PAK) in de vorm van een streefwaarde en daarnaast meet- en rapportageverplichtingen voor BaP, arseen, cadmium, nikkel en kwik. Wanneer de streefwaarde voor BaP wordt overschreden moeten kosteneffectieve maatregelen worden genomen om de concentratie onder de streefwaarde te brengen. Ten slotte verplicht de richtlijn tot informatieverstrekking aan de bevolking (informatie over concentratie in de lucht en depositie, gezondheidsrisico's en bestrijdingsmaatregelen).
Eerdere conceptvoorstellen bevatten ook luchtkwaliteitsnormen voor cadmium, arseen en nikkel (overeenkomend met de nu voorgestelde beoordelingsdrempels), maar omdat deze waarden zelfs met 'best available technology' (BAT) rond bepaalde grote industriële bronnen niet haalbaar waren en industriële bronnen voor deze stoffen de enige belangrijke bronnen van vervuiling zijn is hiervan afgezien, aangezien via de IPPC-richtlijn voor deze bronnen reeds BAT vanaf 2007 is vereist. Voor PAK (BaP) is de streefwaarde bij bepaalde industriële bronnen ook niet haalbaar, maar daar zijn naast industriële bronnen ook diffuse bronnen (verkeer en houtkachels) een belangrijke bron van vervuiling. Daarom is hier wel gekozen voor een luchtkwaliteitsnorm maar dan in de vorm van een streefwaarde im plaats van een grenswaarde zoals bij de andere dochterrichtlijnen (met uitzondering van ozon).
Richtlijn 2004/107/EG werd op 15 november 2004 aangenomen door de Raad en is op 26 januari 2005 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU (Pb EU L23).
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 20 april 2004 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen ten aanzien van onderhavig voorstel. Het Parlement stemt in eerste lezing voor het met de Raad bereikte compromis.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.