E040151
Laatste revisie: 01-08-2012

E040151 - Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap



In dit dossier wordt een voorstel gedaan voor grotere openstelling van de Europese spoorwegenmarkt teneinde meer concurrentie te bewerkstelligen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2004)139PDF-document, d.d. 3 maart 2004

rechtsgrondslag

Artikel 71 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Richtlijn 2007/58/EGPDF-document diende voor 4 juni 2009 te zijn geïmplementeerd. Op 14 december 2010 heeft de Eerste Kamer een Wijziging van de Spoorwegwet (zie kamerstukken in de serie 32289) als hamerstuk afgedaan. Het inwerkingsbesluit waarmee de implementatie zal worden afgerond, zal half juli 2012 worden gepubliceerd.

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-Richtlijnen, stand per 1 juli 2012   


Behandeling Eerste Kamer

De commissie Europese samenwerkingsorganisaties heeft in haar vergadering d.d. 7 september 2004 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissie voor Verkeer en Waterstaat.

Op 5 oktober 2004 is het voorstel voor een richtlijn geagendeerd in de commissie voor Verkeer en Waterstaat alwaar besloten is dat het standpunt van de regering ten aanzien van het subsidiariteitscriterium wordt overgenomen. Dit betekent dat de commissie het proces zal blijven volgen.

In het kader van de PILOT implementatie protocollen bij Europese Grondwet heeft de commissie Verkeer en Waterstaat op dinsdag 15 maart 2005 besloten tot het bijeen roepen van een inbrengvergadering op dinsdag 22 maart 2005. Daarnaast heeft de commissie verzocht om stafnotities (niet openbare documenten: memo COM(2004)139 en Leidraad COM(2004)139).

Op dinsdag 22 maart 2005 kwam de commissie Verkeer en Waterstaat bijeen om advies uit te brengen inzake de subsidiariteits- en proportionaliteitstoets met betrekking tot het Derde Spoorwegpakket.

Op vrijdag 25 maart 2005 heeft de commissie Verkeer en Waterstaat haar (openbare) advies betreffende de conformiteit met het subsidiariteits- en proportionaliteitscriterium van het derde spoorwegpakket gezonden aan de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit.

Op basis van de adviezen van de Eerste Kamer commissie Verkeer en Waterstaat en de Tweede Kamer commissie Verkeer en Waterstaat zijn beslispunten voorgelegd aan de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit die op dinsdag 5 april 2005 bijeen zal komen.

Tijdens de vergadering van de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit van 5 april 2005 bleek op basis van de adviezen dat er verschillende opvattingen bestaan tussen de commissies Verkeer en Waterstaat van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer ten aanzien van drie Europese voorstellen. Hierop heeft de Gemengde Commissie een conciliatiebijeenkomst georganiseerd op 7 april 2005 om te bezien of alsnog tot een gezamenlijk standpunt kan worden gekomen ten aanzien van deze Europese voorstellen.

De Gemengde Commissie heeft tijdens de bijeenkomst met de commissies Verkeer en Waterstaat van de Eerste en Tweede Kamer op 7 april 2005 kennis genomen van de argumenten die ten grondslag liggen aan de adviezen van de commissies Verkeer en Waterstaat van beide Kamers en bereid -gehoord die adviezen- een ontwerpbesluit voor.

Het verdere verloop van de pilot dat zal geschieden door de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit en is terug te vinden op de themapagina van deze commissie.

Tijdens de commissievergadering van 12 april 2005 heeft de commissie voor Verkeer en Waterstaat verzocht om betrokkenheid bij de evaluatie van de pilot implementatie protocollen bij Europese Grondwet. Naar verwachting wordt de evaluatie eind mei 2005 afgerond.


Behandeling Tweede Kamer

In het kader van de PILOT implementatie protocollen bij Europese Grondwet heeft de commissie Verkeer en Waterstaat in haar vergadering (niet openbare stafnotitie) van donderdag 31 maart 2005 de voorstellen uit het derde spoorwegpakket besproken. Het (niet openbare) advies van de commissie is op 31 maart 2005 gezonden aan de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit.

Op basis van de adviezen van de Eerste Kamer commissie Verkeer en Waterstaat en de Tweede Kamer commissie Verkeer en Waterstaat zijn beslispunten voorgelegd aan de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit die op dinsdag 5 april 2005 bijeen zal komen.

Tijdens de vergadering van de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit van 5 april 2005 bleek op basis van de adviezen dat er verschillende opvattingen bestaan tussen de commissies Verkeer en Waterstaat van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer ten aanzien van drie Europese voorstellen. Hierop heeft de Gemengde Commissie een conciliatiebijeenkomst georganiseerd op 7 april 2005 om te bezien of alsnog tot een gezamenlijk standpunt kan worden gekomen ten aanzien van deze Europese voorstellen.

De Gemengde Commissie heeft tijdens de bijeenkomst met de commissies Verkeer en Waterstaat van de Eerste en Tweede Kamer op 7 april 2005 kennis genomen van de argumenten die ten grondslag liggen aan de adviezen van de commissies Verkeer en Waterstaat van beide Kamers en bereid -gehoord die adviezen- een ontwerpbesluit voor.

Het verdere verloop van de pilot dat zal geschieden door de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit en is terug te vinden op de themapagina van deze commissie.

De staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer heeft in juli 2004 een stafnotitie opgesteld ten behoeve van de behandeling van onderhavig voorstel.


Standpunt Nederlandse regering

In fiche 4 oordeelt de Nederlandse regering alleen positief over toetsing aan het proportionaliteitsbeginsel. Het voorstel voldoet niet aan het subsidiariteitcriterium: op welke manier de binnenlandse markt voor personenvervoer (i.c. per spoor) moet worden geregeld is een nationale aangelegenheid. Onderhavig voorstel maakt een ongewenste koppeling tussen nationaal en internationaal personenvervoer.

Het huidig nationaal beleid is gebaseerd op exclusieve bediening van een gebied door één personenvervoerder. Deze keuze is beargumenteerd in de nota "De derde eeuw spoor" (1999). In 2003 is voorts de Concessiewet personenvervoer per trein aangenomen: marktordening middels exclusieve concessies. Het voorstel van de Europese Commissie heeft tot gevolg dat buitenlandse vervoersmaatschappijen legitiem binnenlands vervoer kunnen aanbieden waardoor meerdere vervoerders op hetzelfde traject personen mogen vervoeren (zowel normaal treinverkeer als hogesnelheidsspoor). Dit voorstel is in strijd in met de Nederlandse wetgeving.

De Nederlandse regering heeft reeds concessies uitgegeven tot 2015. De betreffende vervoersondernemingen (NS en HSA) zullen bij implementatie van het voorstel geconfronteerd worden met inbreuken hierop. Implementatie vereist aanpassing van de Wet personenvervoer 2000 en leidt tot een grote(re) last voor het Ministerie en Prorail.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

In COM(2004)139PDF-document wordt een voorstel gedaan voor grotere openstelling van de Europese spoorwegenmarkt teneinde meer concurrentie te bewerkstelligen. Het is nu reeds mogelijk voor spoorvervoerders om in andere landen personenvervoerdiensten te verrichten mits er een samenwerkingsverband bestaat tussen twee ondernemingen/overheden van de betrokken lidstaten. Een dergelijke overeenkomst (openbaar dienstcontract) betreft echter niet de binnenlandse passagiers in internationale treinen (reizigers die binnen dezelfde lidstaat in- en uitstappen: cabotage).

Middels onderhavig voorstel wenst de Europese Commissie cabotage mogelijk te maken en de infrastructuur open te stellen voor exploitanten die diensten willen aanbieden.

Doelstelling is openstelling van de markt voor concurrentie op basis van vrije toegang met de specifieke mogelijkheid voor lidstaten deze toegang te beperken wanneer een openbaar dienstcontract wordt gesloten. Alle internationale diensten moeten op 1 januari 2010 opengesteld zijn voor concurrentie (met uitzondering van een dienst tussen 2 specifieke locaties op basis van een openbaar dienstcontract). Diensten waarvoor dit met name consequenties zal hebben zijn: internationale hogesnelheidsdiensten; internationale auto- en nachttreindiensten; ongeregelde en seizoensgebonden internationale diensten.

Het openstellen van de infrastructuur betekent niet automatisch dat er concurrentie zal ontstaan, het is in eerste instantie een "verlening van recht". Potentiële concurrenten dienen namelijk te beschikken over rollend materieel, treinbestuurders, vergunning om in een lidstaat de spoorwegonderneming te exploiteren, het verkrijgen van een veiligheidscertificaat en infrastructuurcapaciteit (aanvraag dient jaar voor het begin van de dienst te worden aangevraagd).

Het voorstel voor een richtlijn inzake de ontwikkeling van spoorwegen in de Europese Unie maakt deel uit van het derde spoorwegpakket van de Europese Unie (E040148). De overige drie concrete voorstellen uit dit pakket zijn:

  • Richtlijn inzake de certificering van het treinpersoneel E040149
  • Richtlijn betreffende de rechten en verplichtingen van de reizigers in het internationale treinverkeer. E040150
  • Verordening betreffende de kwaliteit van diensten op het gebied van het goederenvervoer over het spoor. E040152

Vanaf 2001 wordt op Europees niveau gewerkt aan de "Europese Spooragenda". Deze agenda vloeit voort uit het Europese Witboek "Het Europese vervoerbeleid tot het jaar 2010, tijd om te kiezen" waarin werd gesteld het spoorwegvervoer als duurzame en concurrerende vervoersmodaliteit te stimuleren, de kwaliteit van het spoorwegvervoer te verbeteren en één enkele markt voor railvervoerdiensten tot stand te brengen. Een herwaardering van het spoor wordt noodzakelijk geacht. In 2001 en 2002 zijn respectievelijk het eerste en het tweede spoorwegpakket aangenomen in de Europese Unie.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2004)139
    3 maart 2004
  • [en]PDF-document werkdocument Europese Commissie - SEC(2004)236
    3 maart 2004

Behandeling Raad

Richtlijn 2007/58/EGPDF-document werd op 23 oktober 2007 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L315 d.d. 3 december 2007.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 28 september 2005 een wetgevingsresolutie aangenomen waarin zij bepaalt dat spoorwegondernemingen toegang tot de spoorinfrastructuur in alle lidstaten krijgen en wel uiterlijk per 1 januari 2008 voor het internationale passagiersvervoer (waaronder ook begrepen het reizen in een internationale trein tussen twee stations binnen een lidstaat).

Op 18 januari 2007 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de onderhavige richtlijn.

Tijdens de plenaire vergadering op 25 september 2007 nam het EP een wetgevingsresolutie aan over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op de website van het Directoraat Generaal voor Vervoer en Energie van de Europese Commissie leest u de reacties van diverse belanghebbenden op de voorstellen van het Derde Spoorwegpakket zoals de EIM (European Rail Infrastructure Managers) en het ERFCP (European Rail Freight Customers Platform).

In het kader van de PILOT implementatie protocollen bij Europese Grondwet zijn maatschappelijke organisaties en bedrijven verzocht de eigen visie ten aanzien van de Europese voorstellen uit het derde spoorwegpakket kenbaar te maken aan de Gemengde Commissie Toepassing Subsidiariteit alsmede aan de betrokken vakcommissies, i.c. Verkeer en Waterstaat.

Railion Nederland NV (15-03-2005) en de Nederlandse Spoorwegen (22-03-2005) hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.


Alle bronnen