E090180
Laatste revisie: 02-09-2010

E090180 - Mededeling over onderzoek naar de mogelijkheden tot instelling van een Europees grensbewakingssysteem (EUROSUR)



Onderhavig voorstel maakt deel uit van het migratiepakket, dat de Europese Commissie op 13 februari 2008 heeft gepresenteerd (zie ook dossier E090179 en E090181). De Commissie beoogt hiermee het debat in en tussen de lidstaten te openen over de vraag hoe in de toekomst moet worden omgegaan met de bewaking van de buitengrenzen. Afhankelijk van de resultaten die het debat oplevert, zullen de volgende jaren concrete (wetgevende) maatregelen worden gepresenteerd.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2008)68PDF-document, d.d. 13 februari 2008

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 17 juni 2008 heeft de regering per brief gereageerd op de brief van de commissie voor de JBZ-raad van 8 april 2008. De commissie heeft de brief op 8 juli 2008 voor kennisgeving aangenomen.

Op 18 maart 2008 heeft de commissie voor de JBZ-Raad de inhoudelijke bespreking van het EU-migratiepakket aangehouden. Op 1 april 2008 besluit ze de regering een aantal vragen voor te leggen. Daartoe is op 8 april 2008 een brief verstuurd.

Op 20 november 2007 heeft de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties van de Eerste Kamer op basis van het Wetgevings- en Werkprogramma 2008 van de Europese Commissie besloten het migratiepakket, waar onderhavig voorstel deel van uitmaakt, aan te merken als prioritair dossier voor parlementaire toetsing.


Behandeling Tweede Kamer

De vaste commissie voor Justitite heeft op 18 juni 2008 een algemeen overleg gevoerd met de minister van Justitie over een drietal BNC-fiches, zie hier het verslag.

Op 20 februari 2008 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een notitie opgesteld met betrekking tot de behandeling van de voorstellen van de Europese Commissie op het gebied van de buitengrenzen.


Standpunt Nederlandse regering

Het eerste oordeel van de Nederlandse regering over de voorliggende mededeling is blijkens fiche één positief , zowel ten aanzien van de bevoegdheid als van de subsidiariteit en proportionaliteit. Wel stelt de regering de wetgevende voorstellen te zijner tijd op hun eigen merites te zullen beoordelen.

De regering is met name positief over de mogelijke indirecte effecten die EUROSUR kan hebben voor Nederland, door het terugdringen van de illegale migratie. Rechtstreekse gevolgen worden niet verwacht, aangezien het systeem zich met name richt op de zuidelijke en oostelijke buitengrenzen.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Onderhavige mededelingPDF-document bevat de plannen van de Europese Commissie voor een Europees Grensbewakingssysteem (EUROSUR). Dit systeem was reeds eind 2006 aangekondigd in de mededelingPDF-document inzake de versterking van het beheer van de zuidelijke maritieme grenzen van de EU. EUROSUR zou de lidstaten moeten ondersteunen bij de bewaking van de buitengrenzen van de Unie en zal, na een akkoord van de Raad, in drie fasen tot stand komen. De drie doelstellingen van het systeem zijn:

  • terugdringen van het aantal illegale immigranten dat ongemerkt de EU binnenkomt;
  • verhogen van de binnenlandse veiligheid van de EU door het voorkomen van grensoverschrijdende criminaliteit; en
  • verbeteren van de opsporings- en reddingscapaciteit. Bij de uitwerking van de concrete voorstellen zal rekening worden gehouden met de bescherming van persoonsgegevens.

Fase 1

In deze fase worden door Frontex nationale coördinatiecentra opgezet in de lidstaten aan de zuidelijke en oostelijke grenzen van de Unie, om de lokale situatie beter te kunnen beoordelen. Daarnaast wordt een computersysteem opgezet ter ondersteuning van de communicatie tussen deze centra en Frontex. De lidstaten worden aangemoedigd om elk slechts één grensbewakingssysteem te gebruiken (in tegenstelling tot de huidige situatie waarin sommige lidstaten meerdere grensbewakingssystemen tot hun beschikking hebben) dat aan het EUROSUR-systeem kan worden gekoppeld. Informatie kan door het nieuwe systeem optimaal worden uitgewisseld, zo is de bedoeling. Uiterlijk in het voorjaar van 2009 zal de Commissie meer duidelijkheid scheppen over de technische mogelijkheden en daaraan verwante kosten, opdat besluitvorming in de Raad kan plaatsvinden.

Fase 2

Deze fase wordt tegelijk met fase 1 in gang gezet en richt zich met name op de feitelijke bewaking van de grenzen. De Commissie zal laten onderzoeken op welke manier nieuwe surveillancemiddelen, zoals satelietten en onbemande vliegtuigjes (UAV's) kunnen worden ingezet. De informatie die door de verbeterde surveillance beschikbaar kan komen, dient zowel ter beschikking van de autoriteiten in de lidstaten te staan, als van Frontex. Op basis van de informatie kunnen vervolgens betere risicoanalyses worden opgesteld, waardoor weer beter geanticipeerd kan worden op nieuwe ontwikkelingen. In het voorjaar van 2009 zal de Europese Commissie een overzicht presenteren van de mogelijkheden op dit vlak.

Fase 3

Fase 3 is de laatste fase van de totstandkoming van EUROSUR en is qua planning nog grotendeels opengelaten. De Commissie stelt voor om specifiek voor de bewaking van de zeegrenzen de bestaande bewakingssystemen volledig te integreren, zowel met betrekking tot schepen als tot mensen en vracht. Nog in 2008 zal een pilotproject worden opgezet om te bezien wat de mogelijkheden zijn. Prioriteit zal worden gegeven aan de systemen die zich richten op de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de zuidelijke Atlantische Oceaan. Daarna zal worden besloten over uitbreiding van het geïntegreerde systeem naar de andere maritieme gebieden die binnen de EU vallen.


Behandeling Raad

Informele JBZ-Raad 15 en 16 januari 2009 (agendapunt 2)

Blijkens het verslag is dit agendapunt door de Raad gesproken m.b.t. de uitbreiding en verdere ontwikkeling van de huidige technologieën op het gebied van grenscontrole, migratiebeheer en asielbeleid. In de discussie kwamen onder andere de vragen aan bod of biometrie uit paspoorten kan worden gebruikt voor de controle van de buitengrenzen en of het wenselijk is om het EURODAC systeem met vingerafdrukken van asielzoekers ook te gebruiken voor de bestrijding van illegale immigratie, evenals voor dit laatste het nieuwe systeem van statistieken. Tevens kwamen de recente voorstellen van de Europese Commissie voor een effectieve en doeltreffende toepassing van nieuwe technologieën bij een geïntegreerd grensbeheer aan de orde.

Er bleek brede steun bij de lidstaten te bestaan voor de richting van de voorstellen van de Commissie die op dit moment nader worden uitgewerkt. De lidstaten ondersteunden dat nieuwe technologieën, zoals biometrische identificatiemiddelen en gegevens, gebruikt moeten worden om de huidige uitdagingen op het gebied van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen alsmede ongewenste migratie, effectief aan te pakken.

In dit verband werd ten aanzien van biometrie in reisdocumenten gesteld dat dit uiteindelijk zou moeten kunnen leiden tot automatische grenspassage voor EU-onderdanen, waardoor de mobiliteit van deze groep wordt verbeterd en gefaciliteerd. Door differentiatie in de passagiersstromen kan de focus van de grenscontrole met name worden gelegd op die passagiers met een hoger risico. Bepaalde groepen onderdanen van derde landen, waarvan de biometrische kenmerken zijn opgenomen in reisdocumenten en die aan bepaalde criteria voldoen, zouden ook gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van de automatische grenspassage.

Ten aanzien van de wenselijkheid van het gebruik van het EURODAC systeem en het nieuwe systeem van statistieken in de strijd tegen de illegale immigratie, werd gesteld dat de primaire taak van EURODAC de toepassing van de Dublin-verordening is en blijft, maar dat er geen bezwaar is om de gegevens op het gebied van vingerafdrukken en andere statistische informatie te gebruiken voor analyses die bijdragen aan de strijd tegen illegale immigratie.

De Commissie benadrukte in de daaropvolgende discussie over toekomstige IT-systemen dat de ervaringen uit het verleden leren dat er eerst een afgerond en definitief Europees wettelijk kader moet zijn, alvorens een aanvang wordt gemaakt met de ontwikkeling van nieuwe

IT-systemen. In dit verband werd het belang onderstreept van het binnenkort te verschijnen voorstel van de Commissie voor een IT-agentschap om zo de nodige specialistische kennis te garanderen en om zodoende de betrokkenheid van de lidstaten te waarborgen.

Staatssecretaris Albayrak gaf aan de gekozen analyse en insteek van het voorzitterschap dat er meer orde moet worden geschapen in de veelheid aan initiatieven, projecten en verantwoordelijkheden die thans het Europese landschap van informatietechnologie kenmerkt, te onderschrijven. Zij bracht in dit verband naar voren de wenselijkheid om met de EU-grenslanden (Oekraïne,Turkije) samen te werken met betrekking tot biometrie en een meer systematische controle op EU-documenten, waar men de EU (buitengrenzen) mee binnenkomt.

JBZ-Raad 5/6 juni 2008 (agendapunt 2x)

Op 12 maart jl. vond de ministeriële conferentie genaamd "Challenges of the EU External Border Management" in Brdo pri Kranju te Slovenië plaats. Centraal stonden de volgende drie onderwerpen, welke gelieerd zijn aan de drie Mededelingen van de Commissie over grensbeheer, te weten de toekomst van Frontex, toekomstige uitdagingen op het gebied van EU-grensbeheer en de toepassing van nieuwe technologieën voor de surveillance van de EU-buitengrenzen (Eurosur).

Naar aanleiding van de discussie over voornoemde onderwerpen heeft het voorzitterschap Raadconclusies opgesteld, waarover overeenstemming is bereikt. In de Raadsconclusies worden kaders geschetst voor wetgevende- en beleidsinitiatieven van de Europese Commissie. In de Raadsconclusies wordt onder andere gesproken over het opzetten van een Europees surveillancesysteem, een in- en uitreissysteem, geautomatiseerde grenspassage, het ontwikkelen van een geregistreerd reizigersprogramma en het professionaliseren van Schengenevaluaties. In de komende jaren worden deze doelstellingen uitgewerkt. Ook worden maatregelen voor de korte alsmede de lange termijn benoemd om de positie van Frontex te versterken.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 29 april 2008 heeft de Artikel 29 werkgroep een eerste reactiePDF-document op het migratiepakket aangenomen.

De Europese Toezichthouder Gegevensbescherming (EDPS) heeft op 3 maart 2008 een adviesPDF-document naar de Europese Commissie gezonden over het migratiepakket. Allereerst wordt scherpe kritiek geuit over het feit dat noch de EDPS, noch de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten, zijn geconsulteerd over de inhoud van de mededelingen. De EDPS vreest dat voor de Commissie gegevensbescherming minder relevant is dan de technische mogelijkheden om de migratiestromen in goede banen te leiden.

De EDPS toont zich verder bezorgd over het nieuwe grenscontrolesysteem. Dit systeem leunt zwaar op de mogelijkheden geboden door biometrie, onderwijl bepaalde groepen mensen zonder vingerafdrukken of met onleesbare vingerafdrukken uitsluitend. Daarnaast worden vraagtekens geplaatst bij de kennelijke inversie van het onschuldsbeginsel. Door alle burgers te screenen lijkt de Commissie bij voorbaat uit te gaan van de mogelijkheid dat zij de wet zullen overtreden. Ook uit het feit dat alleen frequente reizigers in aanmerking komen voor de positie van "bona fide reiziger", zou kunnen worden afgeleid dat alle andere reizigers zonder meer "mala fide" zijn.


Alle bronnen